Groeten uit de Berenkuil Maastricht
Groeten uit de Berenkuil ? Is deze titel wel goed gekozen ?
Had er iets anders moeten staan ? Weet wel dat het Stadspark in
vroegere jaren een bijzonder geliefde ontmoetingsplek was voor de
inwoners van Maastricht en omstreken en dat men er graag de vrije
uren doorbracht. Wat had men toen ook anders ? Maastrichtenaren
waren trots op hun rond 1900 aangelegde Stadspark met de Jeker,
de Zwanengracht, het Hertenkamp, de prachtige bomen en de oude
Stadsmuur. Op zondagmiddag ging menigeen naar het Stadspark.
Edelherten, Damherten, dwerggeitjes, eendjes en zwanen voeren,
vogeltjes kijken, een ijsje eten en dan . . . . . . naar de Berenkuil !
Een Berenkuil is een kuil om wilde beren in te vangen en/of om
beren in te huisvesten c.q. in te houden en in tentoon te
stellen.
In het algemeen waren Hertenkampen en Berenkuilen de vroegere
voorlopers van de huidige dierentuinen. Ze waren openbaar,
gratis
te bezoeken en boden dus 'goedkoop vermaak'. Echter deskundige
verzorging en huisvesting van de dieren lieten soms te wensen over.
De tijden zijn veranderd en gelukkig is men, mede door de inzet van
o.a. 'Berenmoeder' Rosalie Sprooten, tot andere inzichten gekomen.
Het
heeft lang, echt veel te lang, geduurd voordat enkele beren een
ander
onderkomen kregen en de meesten konden en/of mochten dit
niet eens meer
meemaken. Feit is en blijft dat er momenteel gelukkig
geen levende dieren meer
hoeven te verblijven in het diepe ronde, uit
1970 stammende, kale betonnen bouwwerk met de naam: 'Berenkuil'.
Groeten uit de Berenkuil ? Misschien nog altijd omstreden ?
Kijk en lees verder en . . . . . . Oordeel zelf !
25-05-2008 © 2022 Wigo
Het Aldenhofpark Maastricht
Vooraf enkele oude foto's en prenten van- en bijzondere
wetenswaardigheden over het Maastrichtse Stadspark.
Stadspark,
aanleg nieuwe bedding voor
de Jeker bij de Reek, in de
verte 'de
Kompen' zonder de Tapijnkazerne ca. 1908 (bron: RHCL)
Stadsomwalling met
de Jeker in het Aldenhofpark (bron: Tiny Feij)
Bron: De
Limburger Koerier 05-10-1920 blad 3
Bron: De
Limburger Koerier 13-12-1920 blad 3
Hertenkamp
met zicht op de oude Stadsomwalling
ca. 1922 (bron: ?)
Bron: De
Limburger Koerier 08-12-1925 blad 2
Bron: De
Gooi- en Eemlander 10-12-1925 blad 6
Hertenkamp
met de oude tramloods als hertenstal
ca. 1927 (bron: ?)
Voor het
bevolken van het Hertenkamp deed de vereniging
'Stadsverfraaiing'
in 1920 een beroep
op meerdere Nederlandse eigenaren van Hertenjachten.
Enkele
eigenaren reageerden positief. Prins Hendrik, Prins der Nederlanden,
schonk 3
Damherten en A. G. Kröller, Nederlands ondernemer, 2 Edelherten.
De oude
tramloods in het Villapark werd verbouwd en gebruikt als
hertenstal.
In 1925
schonk Prins Hendrik nogmaals enkele Edelherten aan Maastricht.
Hertenkamp Aldenhofpark
ca. 1930 (bron: RHCL)
Hertenkamp Aldenhofpark (bron: Tiny Feij)
Zwanengracht
Aldenhofpark (bron: Tiny Feij)
Duiventil en Vogelkooi
Stadspark Maastricht 17-06-1932 (bron: ?)
Ijskraampje
Stadspark Maastricht 16-07-1959 (bron: RHCL)
Stadspark Maastricht
dansen, ontspanning en vermaak van ca. 1958-1969
Wilde
zwijnen in het stadspark Maastricht
Menig oudere
Maastrichtenaar
herinnert zich nog dat tijdens de strenge winter
van 1947 een groepje wilde
zwijnen,
waarschijnlijk al voedsel zoekend uit de
Eifel of de
Ardennen, in
Maastricht terecht is gekomen. In het Aldenhofpark,
in de nabijheid van de
oude
Berenkuil bij het houten bruggetje over de Jeker,
heeft de
Politie met hulp van
enkele burgers de dieren uiteindelijk geschoten.
Als
herinnering werd een gedenksteen met de voorstelling van de
zwijnenjacht
en bijbehorende tekst boven het
Nieuwenhofpoortje in de Stadsmuur
geplaatst.
Jachttafereel Aldenhofpark Maastricht
17-10-1947 (bron: RHCL)
Bron:
De Waarheid 21-10-1947 blad 1
Brug over de Jeker van Nieuwenhofpoortje naar Stadspark
'Voorstelling van de zwijnenjacht' op
17-10-1947
Gedenksteen
geplaatst in 1950 en gemaakt door beeldhouwer
Charles Vos
(*Maastricht 08-09-1888 † Maastricht 19-02-1954)
Nieuwenhofpoortje in de oude stadsmuur
vanaf het
Park, bovenaan de
gedenksteen
Tekening van
de gedenksteen met de
(dubbelzinnige ?) tekst:
De vijanden
zijn weggesleept. Victorie.
Nu hadden de
zwijnen geen succes.
Van een
troep zijn er zes aan de voet
van de muur
op de vlucht gesneuveld.
Bron:
Limburgsch Dagblad 04-08-1950 blad 1
Circus
Hagenbeck
Hamburgs
circus Hagenbeck - Althoff ca. 1930 (prent: ?)
Berenact
door Bubi Althoff
van circus Hagenbeck (prent: ?)
Bron: De
Limburger Koerier 24-03-1920 blad 3
Met
Circus Hagenbeck begint de geschiedenis van:
De Maastrichtse Berenkuil
In
1919 bezoekt het Hamburgs Circus Hagenbeck de stad Maastricht.
Contacten
worden gelegd en in 1920 koopt de Gemeente Maastricht, ter
verfraaiing
van het Stadspark en tot vermaak van de bevolking, voor een
bedrag
van Fl. 1350,= twee bruine beren
van de Circusdirecteur Wilhelm
Hagenbeck
uit Hamburg. Toentertijd een behoorlijk fors bedrag, echter
de
initiatiefnemers
weten dit te verantwoorden omdat het de bedoeling
is
om met de beren te gaan fokken en met de opbrengst van
nakomelingen
kan
men de investering terugverdienen. Echter als in september
1920
de
beren
in Maastricht arriveren blijken het twee mannetjes te zijn en
valt
het
winstoogmerk dus in het water. De beren, die de namen Max
en Pol
krijgen,
worden ondergebracht
in de Berenkuil in het Aldenhofpark.
Hun behuizing, een soort
dierentuinkooi, wordt gemaakt door leerlingen
van
de Maastrichtse Ambachtschool. De kooi wordt samen gesteld
uit een
ijzeren
traliewerk met rechte zijkanten en een gebogen overspanning aan
de
bovenkant. Het wordt opgebouwd op
de oude vestingwerken, het oude
Bastion
Wilhelmina, net buiten de stadsmuur. Een klein gedeelte van
een
van de
ondergrondse kazematten dient, nadat deze op
bepaalde plaatsen
is
dichtgemetseld en aangepast, als nacht- en
rustverblijf voor
de twee
beren.
Door particulier initiatief wordt 12 april 1920 de
'Maastrichtse Vereeniging
Stadsverfraaiing’
opgericht, die zich ten doel zou stellen: "Het verfraaien
en
meer
aantrekkelijk maken van de gemeente Maastricht" . Een van de
eerste
plannen
van 'Stadsverfraaiing' zijn o.a.: "Het oprichten van een Hertenkamp
buiten
de voormalige Sint Pieterspoort, groot zijnde één hectare, op
een
gedeelte
van het terrein van ‘de Kommen’ bij de Tapijnkazerne en
het
houden
van daarin behorende dieren" en "Het inrichten van het
zogenaamde
Bastion
in het Villapark voor het houden van diverse soorten zwanen,
ganzen,
eenden
en andere watervogels in de daar aanwezige vijver en in de Jeker".
Op
6 december 1920 verkrijgen de statuten Koninklijke Goedkeuring
waardoor
‘Stadsverfraaiing’ rechtspersoonlijkheid verwerft. (Rond
1930
wordt
de naam 'Vereeniging Stadsverfraaiing' veranderd in 'Vereniging
Dierenpark' en in oktober 1956 weer omgezet in Stichting 'Dierenpark').
Van
gemeentewege wordt Fl. 500,= aan subsidie disponibel gesteld
voor de
eerste kosten en aan ‘Stadsverfraaiing’ wordt mondeling in
beheer gegeven
"De
berenkuil met hare twee mannetjes beren" . Met voeding en
verzorging
van
de
beren belast zich hoofdzakelijk één bestuurslid met
assistentie "van
een
stadswerkman
die vanwege de gemeente daarvoor aangewezen werd".
Het
berenvoedsel bestaat hoofdzakelijk uit gekregen oud brood van de
Maastrichtse
bakkers. Echter bij het uitbreken van Wereldoorlog II kan
en
wil niemand meer broden afstaan en de Limburger Koerier bericht
op
3
augustus 1940: "Max en Pol worden slachtoffer van
den oorlog. Voor
dierenliefhebbers
moge het een troost zijn te weten dat er nog geen
beslissing
genomen is over de groote, bruine snuffelende kop-zwaaiende
gevaarten,
waarnaar duizenden Maastrichtenaren met belangstelling, met
nieuwsgierigheid
of met een zeker ontzag hebben gestaard. Want men zal
nog
een poging in het werk stellen om 'Ouwehands Dierenpark' met het
geschenk
van de Maastrichtse beren te verblijden, maar men is er niet
zeker
van dat dit geschenk welkom zal zijn. Dan schiet er niets
anders
over
dan dat Max en Pol worden afgemaakt" . Waarschijnlijk maakt vooral
de
laatste zin iets los bij de Maastrichtse bevolking, want
spontaan komt er
een
actie op gang en ondanks de voedselschaarste blijven de beren in
leven.
Ten
gevolge van een ziekte aan het achterlijf of een gezwel aan de
schoft
wordt
Pol op 23
maart 1944 afgemaakt
en ruim twee jaar later wordt Max,
die
aan een verlamming in het achterlijf lijdt, ook afgemaakt. In
1950 koopt
de
Gemeente een nieuwe berenkoppel van Klant's Dierentuin in Valkenburg
en
op 30 oktober 1950 arriveren voor
de tweede keer twee bruine beren in
Maastricht.
Nu betreft het wel een mannetje en een vrouwtje en omdat men
nu
ook gezinsuitbreiding verwacht is het bestaande berenverblijf,
met een
verlaagd
gedeelte, vergroot. De mannelijke beer krijgt wederom de
naam
Max en
het vrouwtje wordt Polla gedoopt. Op 5 januari 1953 worden
twee
beertjes
geboren, die echter t.g.v. 'het doodknuffelen' door Max kort na
elkaar
overlijden. In de loop der jaren krijgt het berenkoppel
nog enkele
malen jongen, die echter ook iedere keer vlak na de geboorte
sterven.
Als
berin Polla in 1957 dood wordt aangetroffen stelt men voor om
beer
Max
te verkopen en twee nieuwe beren van Klant's Dierentuin te
kopen.
Koop
en verkoop blijven uit en in de nacht van 12 op 13 augustus 1961
wordt
Max
door onbekende daders losgelaten. Medewerkers van Klant's Zoo
zijn
met
o.a. vangkooi, vrachtwagen en aanhanger meer dan 4 uur bezig
geweest
om
beer Max te vangen, hetgeen resulteerde in een rekening van Fl. 250,=.
In
de Bestuursvergadering van Stichting Dierenpark van 16-02-1962 wordt
mededeling gedaan dat: de 'Rotary Club Maastricht'
twee nieuwe beren
wil
aankopen
ten behoeve en ten gunste van de Stichting. Het Bestuur besluit
dat
nieuwe bruine beren zullen worden aangekocht via Klant's
Dierentuin.
Tevens
wordt besloten dat de oude beer Max door de Politie zal worden
afgeschoten
als deze levend niet verkoopbaar is. Begin 1962 wordt hij voor
Fl.
200,= verkocht aan de heer G. S. Blokker van Dierenpark 'Geulle'
n.v.
Op
dat moment heeft Ouwehands Dierenpark te Rhenen een overschot
aan
jonge
bruine beren die op 13 april 1962 ten geschenke aangeboden
worden
op
voorwaarde dat zij niet in andere handen mogen overgaan. De
Stichting
Dierenpark
aanvaardt dit aanbod en aardige geste en aan de 'Rotary Club
Maastricht'
wordt verzocht een andere schenking in plaats van twee beren
aan
de Stichting Dierenpark te willen doen. Zodoende arriveren op
vrijdag-
middag
18 mei 1962 vanuit Rhenen twee nieuwe, twee jaar oud zijnde,
bruine
beertjes
in de Berenkuil die wederom de namen Max en Polla (III) krijgen.
Het
nieuwe berenkoppel groeit voorspoedig op, het past zich snel aan
en in
1967
wordt een beertje geboren, echter deze boreling overlijdt reeds
na
enkele
weken. Een jaar later, op 4 januari 1968, komt een berendrieling
ter
wereld. Deze drie mannetjes, die de namen Jo, Cor en Jacky
krijgen,
blijven
wel in leven. Mede ten gevolge van de overbevolking en ook
door
de
onderlinge verhoudingen is men genoodzaakt om de Berenkooi aan te
passen,
te vergroten c.q. uit te breiden. De agressieve houding van vader
Max
ten opzichte van de drie jonge bruine beertjes leidt er toe dat
men
hem
moet afzonderen in het lage, aangebouwde gedeelte. Hier
heeft hij
van
januari 1968 tot juli 1970, dik twee en een half jaar, zonder
enige
beschutting
en/of nachtverblijf in weer en wind moeten doorbrengen !
In
1969 start de bouw van een nieuw verblijf en in 1970 kunnen de
vijf
beren
hun intrek nemen. Al snel blijkt dat ook het nieuwe onderkomen
volkomen
ongeschikt en veel te klein is voor vijf beren. Dan nog duurt het
ruim
elf jaar voordat Max en Polla op 7 juni 1981 naar de Zoo
Zwartberg
in
het Belgische Genk kunnen verhuizen. In Zwartberg brengt
berin Polla
begin
1983 weer een beertje ter wereld. De broertjes Cor, Jo en
Jacky
blijven
achter in het kale betonnen bouwwerk dat midden tachtiger jaren
wordt
voorzien van een zandbak, een waterbak en bovenop het
plateau
een
boomstam met enkele autobanden. In augustus 1991 overlijdt
Cor
en
ruim
een half jaar later, op 23 maart 1992, krijgt Jacky een spuitje.
Voor
de laatste Maastrichtse beer Jo, wordt naarstig naar een goede
locatie
gezocht, die gevonden wordt in Ouwehands Dierenpark te Rhenen.
In
feite de plaats waar zijn ouders, Max en Polla, 31 jaar geleden
vandaan
kwamen.
Op 25 augustus 1993 vertrekt Jo eindelijk
naar Rhenen waar hij
de
allereerste bewoner van het nieuwe Berenbos is. Hier heeft beer
Jo nog
ongeveer
twee
en een half jaar in een
natuurlijkere omgeving dan voorheen
rondgelopen en
geleefd. Op 17 februari 1996, 28 jaar oud, sterft beer Jo.
Aan
ouderdom, of misschien ook aan de gevolgen van de
dieronvriendelijke
huisvesting
en zeer slechte verzorging in . . . 'de Maastrichtse
Berenkuil'?
25-05-2008 © 2022
Wigo
Bron: De
Limburger Koerier 30-03-1920 blad D3
De Berenkuil,
gesitueerd net buiten de Stadsmuur, in het nog kale
en pas
aangeplante Aldenhofpark te Maastricht ca. 1920 (prent: ?)
Bron: De
Tijd
(Godsdienstig Staatkundig Dagblad)
13-04-1920 blad
7
Bron: Het Centrum
14-04-1920 blad 2
Bron:
Algemeen Handelsblad
14-04-1920 blad 6
Bron: De
Limburger Koerier 14-04-1920 blad 2
Bron: De
Limburger Koerier 26-08-1920 blad 3
Bron: Het
Limburgsch Dagblad 26-08-1920 blad 3
Bron: De
Limburger Koerier 06-09-1920 blad 3
Bron: Het
Limburgsch Dagblad 06-09-1920 blad 3
Ingebruikname Berenkuil Maastricht 06-09-1920 (bron: Patricia
Paulussen)
Bron: Het
Limburgsch Dagblad 09-09-1920 blad 2
Berenkuil in het Aldenhofpark/Wilhelminapark
ca. 1920 (bron: ?)
Bron: De
Tijd 10-09-1920 blad 6
Bron: Nieuwe
Tilburgsche Courant 16-09-1920 blad 2
Bron: Het
Centrum 18-10-1920 blad 3
Bron: Het
Volk 18-10-1920 blad 6
Bron:
Leeuwarder Courant 19-10-1920 blad 3
Bron:
Nieuwsblad van Friesland 19-10-1920 blad 1
Bron:
De Telegraaf 21-10-1920 blad 5
Bron:
De Bredasche Courant 22-10-1920 blad .
Berenkuil
Maastricht ca. 1920 (bron: ?)
Bron: De
Limburger Koerier 04-11-1920 blad 2
Bron: De
Limburger Koerier 08-11-1920 blad 1
Bron: Het
Limburgsch Dagblad 08-11-1920 blad 3
Ansichtkaart
Groeten uit Maastricht 'Onze Jantjes'
Bron:
Voorwaarts 12-11-1920 blad 3
Bron: De
Telegraaf 12-11-1920 blad 6
Bron: De
Limburger Koerier 16-11-1920 blad 5
Bron: De
Preangerbode (Nederlands-Indië) 07-12-1920 blad .
Bron: De
Limburger Koerier 18-12-1920 2e blad
Berenkuil in het
Aldenhofpark/Wilhelminapark ca. 1922 (bron: ?)
Bron: De
Limburger Koerier 22-03-1922 blad D2
Bron: De
Limburger Koerier 23-03-1922 2e blad
Bron: De
Limburger Koerier 24-01-1924 blad 5
Berenkuil in het
Aldenhofpark/Wilhelminapark ca. 1925 (bron: ?)
Bron: De
Limburger Koerier 25-06-1925 blad 4
Bron: De
Limburger Koerier 26-06-1925 blad 2
De ijzeren berenkooi,
buitenverblijf van de beren Max en Polla,
lijkt op een
soort dierentuinkooi, gemaakt door leerlingen van de
Ambachtschool
Maastricht ca. 1925 (bron: internet Gemeentegids)
Berenkuil in het
Wilhelminapark ca. 1925 (bron: Gerald Postma)
Berenkuil in het
Aldenhofpark/Wilhelminapark ca. 1927 (bron: ?)
Bron:
Algemeen Handelsblad 12-11-1927 blad 2
Bron: De
Limburger Koerier 14-11-1927 blad 7
Bron: De
Limburger Koerier 31-08-1929 3e blad
Aldenhofpark Maastricht
ca. 1930 (collectie: Jolanda Jansson)
Rechts, net
buiten beeld, werd in het
Aldenhofpark te Maastricht in 1920
de ijzeren Berenkuil
gesitueerd. In de volksmond noemde men dit gedeelte
van het park
vaak
ook wel 'het Berenpark'. Tot een bepaalde periode werd
op sommige
prentbriefkaarten soms ook de naam 'Wilhelminapark' gebruikt.
Hoewel deze
naam nooit officieel aan dat stukje Stadspark werd toegekend
was het
waarschijnlijk een eerbetoon aan de toenmalige Koningin
Wilhelmina
om reden dat
haar echtgenoot Prins Hendrik, de Prins der Nederlanden, de
nodige keren
Dam- en Edelherten aan het Maastrichtse Hertenkamp schonk.
Een andere
verklaring voor het gebruik van 'Wilhelminapark' is dat de naam
misschien is
ontleend aan het in de buurt gelegen oude 'Bastion Wilhelmina'.
Gevelsteen 'Bastion Wilhelmina' Aldenhofpark Maastricht
Bron: Limburgsch
Dagblad 25-01-1933 blad 9
Bron: De Limburger
Koerier 04-08-1934 blad 4
Aldenhofpark
met Berenkuil Maastricht ca. 1934 (bron: RHCL)
Bron:
Algemeen Handelsblad 07-08-1934 blad 2
Bron:
Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant 08-08-1934 Eerste blad
Bron: De Limburger
Koerier 13-08-1934 blad 4
Bron: De Limburger
Koerier 14-08-1934 blad 4
Bron: De Limburger
Koerier 16-08-1934 blad 3
Bron: De Limburger
Koerier 17-08-1934 blad 4
Bron: De Limburger
Koerier 18-08-1934 blad 4
Bron: De Limburger
Koerier 20-08-1934 blad 4
Bron: De Limburger
Koerier 20-08-1934 blad 3
Bron: De Limburger
Koerier 20-08-1934 blad 3
Bron: De Limburger
Koerier 21-08-1934 blad 3
Bron: De
Gooi- en Eemlander 03-09-1934 blad 5
De Berenkuil in het
Aldenhofpark is opgebouwd op de oude vestingwerken
(links
duidelijk te zien). Een gedeelte van een van de ondergrondse
gangen
dient, nadat
dit op bepaalde plaatsen is dichtgemetseld en aangepast, als
nacht- en
slaapverblijf voor de beren Max en Polla ca. 1936 (bron: RHCL)
Bron: Nieuwe
Tilburgsche Courant 24-12-1936 blad 5
Bron:
Limburgsch Dagblad 24-12-1936 blad 7
Bron: De
Limburger Koerier 24-12-1936 blad 3
Bron: De
Tijd 24-12-1936
Bron: De
Limburger Koerier 28-12-1936 blad 7
Bron: De
Indische Courant 14-01-1937 blad 8
Bron:
Limburgsch Dagblad 27-01-1937 1e blad
Berenkooi in
Maastrichtse Carnavalsoptocht 1937 (bron: RHCL)
Bron: De Limburger
Koerier 10-03-1937 blad 5
Bron: De Limburger
Koerier 15-04-1937 blad 7
Berenkuil Maastricht
Aldenhofpark ca. 1937 (bron: internet Gemeentegids)
Aldenhofpark
met Berenkuil Maastricht ca. 1939 (bron: ?)
Bron: De Limburger
Koerier 03-07-1939 blad 7
Berenkuil
Aldenhofpark ca. 1940 (collectie: Jolanda Jansson)
Bron: De Limburger
Koerier 04-08-1940 blad 4
Bron: De Limburger
Koerier 05-08-1940 blad 6
Bron: Het
Vaderland 06-08-1940 blad 3
Bron:
Utrechts Volksblad 06-08-1940 blad 3
Bron:
Leeuwarden Nieuwsblad 06-08-1940 blad 1
Bron:
Limburgsch Dagblad 07-08-1940 1e blad
Bron:
Provinciale Overijsselssche en Zwolsche Courant 14-08-1940 blad
4
MAX EN POL BLIJVEN WAARSCHIJNLIJK
Max en Pol zijn
zich niet bewust geweest van het dreigend gevaar
voor
hun berenbestaan. Foto fotopersbureau Het Zuiden.
Bron: De Limburger
Koerier 18-09-1940 blad 5
MAX EN POL BLIJVEN WAARSCHIJNLIJK.
De Maastrichtenaren blijken hun „berekojl" sterk te
waardeeren.
De voedselschaarschte voor de beesten is indertijd
aanleiding geweest, dat de vereeniging
Dierenpark ernstig in overweging heeft genomen om het
dierenpark van Maastricht in
hertenkamp, eendenvijver, stadsparkvolière enz. sterk in te
krimpen; het heeft indertijd
nogal eenige beroering gewekt, dat daarbij ons befaamde
Maastrichtsche berenpaar
Max en Pol slachtoffer zou worden van deze
inkrimping.
We hebben in ons blad indertijd melding gemaakt van het
verlies in aantrekkelijkheid,
dat onze stad zou lijden bij het verdwijnen van de
berenkuil, omdat een leege kooi
natuurlijk geen bezoekers zou trekken.
Maastricht
kan zich verheugen over het verloop van zaken in de
Maastrichtsche
beren-kwestie, want hoogstwaarschijnlijk zullen Max en Pol toch
kunnen blijven.
Onze Maastrichtsche gasten in het Aldenhofpark danken hun
levensredding, aan de
bevolking onzer stad, welke spontaan reageerde op het bericht
van de noodzakelijk
geoordeelde opruiming der beren; ze zorgde direct dat de
vereeniging Dierenpark in
veel ruimere mate dan tevoren de noodige
voedselhoeveelheden kreeg toegezonden.
Aan een en ander is nog wel wat voorafgegaan. De beren zijn
eigendomvan de gemeente, en
deze heeft daarover het beschikkingsrecht, zoodat de vereeniging
Dierenpark zich alleen kon
bepalen tot het geven van advies: dat advies luidde, dat
men moest trachten de beren over te
doen aan een of anderen dierentuin in ons land en dat
men de dieren anders moest laten afmaken.
Ouwehands Dierenpark te Rhenen bleek op het welwillend
aanbod om de Maastrichtsche beren over
te nemen te willen ingaan, maar men kon en wilde
geen garantie geven om na het einde van den oorlog,
een tegenprestatie te leveren, b.v. door dan een ander
berenpaar aan Maastricht cadeau te doen.
De onderhandelingen bleven op dit punt steken, maar inmiddels
heeft de Maastrichtsche bevolking
zeer duidelijk aangetoond, dat ze heelemaal niet acooord ging
met het opruimen van den berenkuil,
die een groote aantrekkelijkheid voor inwoner en vreemdeling
vormde.
Het was opmerkelijk, hoe de publieke belangstelling rond de
ijzeren kooi van Max en Pol in den
laatsten tijd toenam; maar en dit is
waarschijnlijk beslissend voor het levenslot van onze
beren, de
geregelde leveranciers van oud brood, etensafval. enz.
verhoogden de porties, die op gezette tijden
door de vereeniging Dierenpark konden worden opgehaald.
Van verschillende kanten kwamen verder
ook nieuwe gegadigden voor voedsel-leveranties zich melden.
Eenige hotelhouders in Maastricht
zegden toe, en hebben sindsdien hun beloften ook
keurig ingelost, om keuken-afval, etensresten,
oud-brood enz. voer de beren beschikbaar te stellen.
Reeds enkele weken later kon de vereeniging Dierenpark
tot haar genoegen vaststellen, dat
het bericht van de noodzakelijk geachte opruiming en de
noodkreet, welke daarbij tot de
Maastrichtsche bevolking gericht werd, zulk een weerslag in
Maastricht had gevonden, dat
zij haar aanvankelijk advies om de beren weg te doen, kon
intrekken.
Het gemeentebestuur heeft zich graag vereenigd met dit advies, en zoo
kunnen Max en Pol
voorloopig in hun mooie, bezienswaardige kooi in het
Aldenhofpark blijven. Maar,
zij zullen
er slechts kunnen blijven dank zij de hulp van de
Maastrichtenaren zelf. De vereeniging,
welke sterkgerantsoeneerd is in de voedselvoorziening der aan
haar zorg toevertrouwde
dieren, kan geen garantie geven voor het
levensonderhoud van Max en Pol.
Moge de Maastrichtsche bevolking in haar prijzenswaardige
houding tegenover Max en Pol
blijven volharden! Het tweetal zelf zal er niet in het minst
rouwig om zijn.
(Bron: De Limburger
Koerier 18-09-1940 blad 5)
Bron: Het
Volk 20-09-1940 blad 8
Bron:
Leeuwarder Nieuwsblad 21-09-1940 Derde blad
Bron: Het
Vaderland 23-09-1940 blad 3
Bron: Maas-
en Roerbode 25-09-1940 blad 2
Bron:
Limburger Koerier 12-02-1941 blad 5
Bron:
Limburger Koerier 18-02-1942 blad 2
Bron:
Provinciale Overijsselse en Zwolsche Courant 06-03-1942 blad 5
Op
23-03-1944 is Beer Pol, lijdend aan
een hardnekkig
gezwel aan het
achterlijf,
door Politieman
Dhr. Rouschop
afgemaakt.
Beer Max wordt ruim twee jaar later
in
1946 afgemaakt
(bron: DDL / RHCL,
fotograaf:
Jean Clermonts)
'Pol' in den berenkuil doodgeschoten
De
grootste van de Maastrichtsche beren 'Pol' is Donderdagmiddag in
het
dagverblijf van den berenkuil doodgeschoten. Pol had een
hardnekkig
en
blijkbaar pijnlijk gezwel aan het achterlijf, en dat was de
reden om hem
uit
zijn lijden te helpen en het genadeschot te geven. De heer
Rouschop van
de
Maastrichtse politie voltrok met een welgemikt schot achter het
oor van
het
logge dier de executie. Vele Maastrichtenaren zullen met eenig
leed-
wezen
van het voltrekken van dit doodvonnis kennis nemen want al was
het
noodzakelijk,
geworden het tweetal 'Max en Pol' behoorde toch in ieder
geval
tot de bezienswaardigheden van Maastricht. Men heeft op velerlei
wijzen
zijn spotlust bot gevierd op de beren in onze stad -en vaak niet
ten
onrechte-
maar men was toch ook gehecht aan hun verblijf, dat in de loop
der
jaren duizenden Maastrichtenaren en tallooze vreemdelingen naar
het
Aldenhofpark
heeft getrokken. Max blijft nu alleen in het groote hok: hij
heeft
zijn collega, die eerst de baas was van het tweetal, in de
laatste jaren
het
leven héél zuur gemaakt, zoo zelfs, dat Max en Pol apart
gevoederd
moesten
worden, want Max gunde zijn hokgenoot weinig of niets. Pol heeft
tot
zijn laatste minuut echter een opvallende genegenheid voor den
ander
getoond,
en grommend constateerde hij, terwijl alles voor zijn executie
in
gereedheid
werd gebracht, dat Max afgescheiden van hem in het nachthok
was
opgesloten. Max en Pol zijn ruim 27 jaar samen in Maastricht
bijeen
geweest.
Als heel kleine beertjes kwamen ze van Hagenbeck-Hamburg, via
Amsterdam,
in 1917 *
naar Maastricht, en daar heeft men de diertjes den
eersten
tijd met de flesch moeten voeren. Het uitstapje, dat ze eens op
een
avond,
vele jaren geleden maakten, is het eenige geruchtmakende feit,
dat
Max
en Pol in al dien tijd -behoudens dan het knauwen van een klein
keffertje, dat
zich te dicht bij de tralies waagde- op hun geweten hebben.
De
verwachtingen van een voorspoedig berengezin, welke men bij de
komst
van
de jonge dieren indertijd koesterde, zijn niet in vervulling
gegaan, want
Max
en Pol waren beiden mannetjes. Dat dit aanleiding heeft gegeven
tot
heel
wat grappenmakerijen, was voor Maastricht natuurlijk heel
begrijpelijk.
Zelfs
toen de doodgeschoten Pol in een wagen van de gemeentereiniging
werd gesleept,
kon 'n Maastrichtenaar zich niet weerhouden op te merken,
dat
Pol in
ieder geval heel wat jongen gehad - zou kunnen hebben ..... !
De
huid van den beer is niet verkocht, óók niet vóórdat hij
geschoten was.
De
vacht van Pol zal, via het slachthuis alhier, doorgezonden
worden naar een
preparateur
in Meerssen, die er wellicht nog een mooie berenhuid als vloer-
bedekking
van weet te maken: waar de de berenvacht dan zal komen te
liggen,
is
nog niet vastgesteld. Max heeft nu het rijk alleen in de ruime
berenkuil: hoe
hij
zal reageren op zijn eenzaamheid, dient te worden afgewacht. In
ieder geval
zal
het Aldenhofpark in de eerstkomende dagen belangstelling genoeg
trekken.
Er
zijn nog altijd plannen om enige leuke wasbeertjes in de
berenkuil onder te
brengen,
vóór het einde van den oorlog zal daarvan echter wel niet veel
komen,
en
tot zoo lang heeft Max niets te vrezen voor zijn verblijf en
zijn ........ leven.
(Bron:
Limburger Koerier 24-03-1944)
*
Het
jaartal 1917 betwijfelen wij, gezien alle andere bronnen 1920
vermelden. (Wigo)
Bron:
Veritas
30-10-1944
Ingang
Klant's Dierentuin te Valkenburg (bron: Zoo History)
In
1947 opende Erie Klant-Hagenbeck op de kop van de Cauberg
in
Valkenburg de dierentuin en dressuurschool: Klant’s
Dierentuin.
Klant’s
Dierentuin groeide uit tot de toeristische topattractie van
het
naoorlogse Valkenburg. Deze dierentuin verkreeg eigenlijk meer
naam
via de dressuurschool voor dompteurs dan via de
dierentuin.
Met
ijzeren discipline, spitsvondigheid, intimidatie en heel veel
bluf
stoomde
Erie Klant avonturiers
uit heel Europa en enkele lokale jongeren
klaar
voor wat wel het gevaarlijkste beroep ter wereld wordt genoemd:
Dompteur.
Eenmaal opgeleid, werden de dompteurs met hun
roofdieren
verhuurd
aan
de grote internationale circussen in Europa, zoals Althoff,
Boltini,
Hagenbeck, Mikkenie en Strassburger. Dompteurs van Klant's
groeiden
uit tot de absolute wereldtop en
werkten voor circussen en
filmstudio's
over de hele wereld.
Internationale circussen en grote
filmproducenten
als MGM en
Walt Disney klopten er aan voor scènes
met
roofdieren. Zo zien we Valkenburgse leeuwen, (ijs)beren,
olifanten
en
ook dompteurs in films als:
'Quo Vadis', 'Samson and Delilah',
'Und ewig
singen die Wälder', 'Snowbear' (Paka, die Polarbärin),
'Born
Free' en onder leiding van de bekende Weense filmregisseur
Fritz
Lang: 'Das Indische Grabmal'
en 'Der Tiger von Eschnapur'.
Er
werd samengewerkt met sterren als
Deborah Kerr, Robert Taylor,
Peter Ustinov en de illusionisten Siegfried
en
Roy. De
dierentuin verkocht
ook gewoon wilde dieren aan circussen en in
1950
ook het berenkoppel
Max
en Polla aan de Gemeente Maastricht. In
1971 sloot Klant's Dierentuin
en
Dressuurschool de poort. De tijgers, (ijs)beren, leeuwen en olifanten
hebben
inmiddels plaats gemaakt voor thermale baden
van Thermae 2000.
Een
enkeling herinnert zich de dierentuin nog, echter bijna
niemand
weet
nog dat hier ooit een wereldvermaarde dressuurschool was.
Met
dank aan Edward Zuiderwijk: www.freewebs.com
Beren in Klant's Dierentuin te Valkenburg (L)
(bron: ?)
Logo
briefpapier Klant's Zoo en Dressuurschool
Bron:
Limburgsch Dagblad 22-04-1949 blad 1
Bron:
Limburgsch Dagblad 02-03-1950 blad 1
Toen
beer Max in 1946 was afgemaakt waren er geen bruine beren
meer
in de Maastrichtse berenkuil. In april 1949 beloofde de heer
Frans
Mikkenie een nieuw berenkoppel aan de stad te schenken. De
reden
waarom niet circus Mikkenie maar Klant's Dierentuin de twee
bruine
Isabelkleurige beren leverde, is niet bekend/te achterhalen.
Bron:
Limburgsch Dagblad 23-10-1950 blad 5
Oktober 1950
verkoopt Klant's de bruine beren
Max
en Polla (II) aan de Gemeente Maastricht.
In
de loop der jaren krijgt het koppel meerdere
malen
jongen, die echter bijna allemaal iedere
keer
vlak na de geboorte sterven (bron: RHCL)
Bron:
Limburgsch Dagblad 25-10-1950 blad 2
Op
30 oktober 1950 arriveert voor de tweede keer een berenkoppel,
Max
en Polla (II). In een houten kist wordt een der beren door
enkele
sterke
mannen naar het nieuwe verblijf in het Stadspark te
Maastricht
gedragen.
Rechts naast agent Hameleers (of Jeu Ummels ?) de heer
Roel
de Vries.
Rechts achter de heer Pie Sanders, voorwerker bij de
Gemeentelijke
Plantsoenendienst Maastricht. (bron: Wiel Vervoort)
Nadat
de vervoerskist voor de ingang van de berenkuil is
geplaatst,
wordt het houten schot omhoog getrokken en kan
Max
of Polla op
30 oktober 1950 onder grote belangstelling
het
nieuwe berenverblijf betreden. In de berenkooi, met stok
gewapend,
staat de heer Roel de Vries. (bron: Wiel Vervoort)
Bron:
Limburgsch Dagblad 15-12-1951 blad 1
Bron:
De Telegraaf 05-01-1953 blad 1
Publieke
belangstelling Berenkuil Maastricht in 1954 voor
Berin Polla
(rechts) en haar jong (links) (bron: RHCL)
Bron:
Limburgsch Dagblad 03-12-1954 blad 2
Berenkuil
Aldenhofpark ca. 1956 (collectie: Jolanda Jansson)
Berenkuil
Aldenhofpark Maastricht ca. 1957 (bron: ?)
Reclame Maastrichts biermerk,
Max en
Roel
de Vries
1958 (bron: RHCL)
Berenkuil
nog zonder aanbouw ca. 1959 (bron: Ga het Na)
Deze mensen
staan aan de rechter zijkant van de in 1920 gebouwde
kooi. Op
deze plek werd in 1960 een aanbouw/uitbreiding gemaakt.
Berenkuil
met aanbouw ca. 1960 (bron: DDL prent: Harrie Bodden)
De aanbouw
van de bestaande kooi werd in 1960 gemaakt en
gerealiseerd
door de gebroeders Jef en Jean Theunissen
van de Fa.
Theunissen Populierweg 67 te Limmel - Maastricht.
Beer Max in
de aangebouwde kooi ca. 1960 (bron: RHCL)
Berenkooi Aldenhofpark Maastricht ca. 1960 (prent: ?)
Ingang
Klant's Dierentuin te Valkenburg (bron: Ab de Vries)
Interview
met oud medewerker Klant's Zoo
In de nacht van 12 op 13 augustus 1961
wordt de Berenkooi
door onbekende
daders
opengebroken. Beer Max maakt hier dankbaar gebruik van en
begint
aan
een avontuurlijke wandeling door het Aldenhofpark. Een
persoon die na
langdurig
café bezoek via het park huiswaarts keert, ziet de beer en belt
de
Politie.
Mede door zijn lallende stem, het taalgebruik en het verhaal
twijfelt
men
in eerste instantie aan de melding, echter men besluit om toch
een kijkje
te
gaan nemen. De melding blijkt niet verzonnen en meteen
wordt versterking
aangevraagd.
Men alarmeert ook de Brandweer en omdat het vangen van een
beer
geen dagelijkse en zeker ook geen ongevaarlijke klus is, besluit
men om
de
professionele hulp van Klant's Zoo in te schakelen. Met vereende
krachten
drijft
men Max de garage van een in de nabijheid gelegen villa in.
Max
schijnt
het
hier wel naar zijn zin te hebben, want hij nestelt zich om uit
te rusten van
zijn
korte 'vrijheid'. Met heel veel moeite, geduld en
voorzichtigheid lukt het
uiteindelijk
om Max, m.b.v. een loopkooi en vangstokken, vanuit de garage een
bestelbusje
in te drijven. Per bus wordt hij teruggebracht naar de
Berenkooi
en
wederom m.b.v. de loopkooi loodst men hem terug naar zijn
oorspronkelijke
verblijfplaats.
Voor alle zekerheid en voor eenieders veiligheid is tijdens
het
gehele
gebeuren constant iemand met een karabijn aanwezig geweest,
echter
gelukkig
hoeft hij niet in te grijpen en loopt deze bijzondere actie goed
af.
Al
met al zijn meerdere personen meer dan 4 uur bezig
geweest om
beer Max
te
vangen en weer snel en zonder gevolgen achter de tralies van de
Berenkooi
te
krijgen. Voor de geleverde diensten door enkele medewerkers
en voor het
beschikbaar
stellen en gebruik van o.a. vangkooi, vrachtwagen en aanhanger
rekent
Klant's een bedrag van Fl. 250,= (bron: interview Ab de
Vries - Wigo)
24-09-2008 © 2022
Wigo
Na de
'vrijheid' van Max, t.g.v. het openbreken van de Berenkooi, is
hij
door
medewerkers van Klant's Dierentuin gevangen en onder toezicht
van
Politie terug gebracht naar de Berenkuil 13-08-1961 (bron:
Ab de Vries)
Na de
'vrijheid' van Max, t.g.v. het openbreken van de Berenkooi, is
hij
door
medewerkers van Klant's Dierentuin gevangen en onder toezicht
van Politie terug gebracht naar de Berenkuil 13-08-1961 (bron: RHCL)
Max weer
terug in de Berenkooi 13-08-1961 (bron: Ab de
Vries)
Bron:
Het Vrije Volk 14-08-1961 blad 3
Bron:
De Waarheid 14-08-1961 blad 1
Bron:
Leeuwarder Courant 14-08-1961 blad 7
Bron:
Algemeen Handelsblad 21-08-1961 blad 4
Bron:
Friese Koerier 21-08-1961 blad 5
Bron: Leeuwarder Courant 21-08-1961 blad 3
Bron: De Waarheid 21-08-1961 blad 2
Logo
briefpapier van Dierenpark 'Geulle' n.v.
Als berin
Polla in 1957 dood wordt aangetroffen, besluit men om Max
te verkopen
of door de Politie af te laten schieten. Na vijf jaar vindt
men
uiteindelijk een gegadigde en begin 1962 gaat Max voor Fl. 200,=
over aan de
heer G. S. Blokker van Dierenpark 'Geulle' (bron: RHCL)
Bron:
Limburgs Dagblad 07-04-1962 blad 14
Logo
briefpapier van Ouwehands Dierenpark te Rhenen
Wegens een
overschot aan bruine beren biedt Ouwehands Dierenpark
Rhenen op 13
april 1962 aan 'Stichting Dierenpark Maastricht' enkele
tweejarige bruine beren ten geschenke aan,
op
voorwaarde dat zij niet
in andere
handen mogen overgaan (bron: RHCL)
Nieuwe
aanwinst voor Maastricht (bron: RHCL)
De twee
nieuwe bruine beertjes Max en Polla (III),
een geschenk van
Ouwehands Dierenpark te Rhenen
aan 'Stichting
Dierenpark Maastricht', arriveren in de
Maastrichtse
Berenkooi op
vrijdagmiddag 18-05-1962
Bron:
Algemeen Handelsblad 25-05-1962 blad 9
Bron:
Limburgs Dagblad 21-11-1962 blad 3
Bron:
Limburgs Dagblad 21-11-1962 blad 3
Bron: Leeuwarder Courant 30-11-1962 blz. 13
Bron:
Limburgs Dagblad 15-03-1963 blad 2
'Daar
zit ik dan !', schijnt een treurende Max te overpeinzen.
'Ontvoerd
uit Geulle in de kraag gegrepen door de Justitie en weer
achter
de tralies !' Bron:
Limburgs Dagblad 15-03-1963 blad 2
Op 30 oktober 1950 arriveren voor
de tweede keer twee bruine beren in
Maastricht.
Het nieuwe berenkoppel, Max en Polla gedoopt, is afkomstig van
Klant's Dierentuin in
Valkenburg. Polla sterft in 1957 en in 1963 keert Max
via
het Dierenpark 'Geulle', na bijna 13 jaar wederom in Valkenburg
terug.
Bron:
Nieuwsblad van het Noorden 27-03-1963 blad 16
Vooraanzicht-
doorsnedentekening 1969.
Links verbetering van het
bestaande
berenverblijf en rechts
voorstel tot uitbreiding met een
nieuwe boogkooi.
De begroting bedroeg Fl. 56.500,= (bron: RHCL)
Platte grond-
situatietekening 1969. Links het bestaande
berenverblijf
en rechts
het voorstel tot uitbreiding met een nieuwe boogkooi en
twee
nieuwe nachtverblijven
voor de vijf Maastrichtse beren (bron: RHCL)
Bron:
Limburgs Dagblad 07-05-1969 blad 17
Bovenstaand
voorstel kon geen goedkeuring van de Gemeente Maastricht
verkrijgen.
Men koos voor een geheel ander ontwerp, te weten: Een diepe
en geheel
van beton c.q betonblokken opgetrokken, kale ronde berenkuil.
Bron:
Limburgs Dagblad 12-06-1969 blad 22
Bron:
Limburgs Dagblad 11-07-1969 blad 14
Bron:
Limburgs Dagblad 17-07-1969 blad 17
Bron:
Limburgs Dagblad 18-07-1969 blad 14
Bron:
Limburgs Dagblad 26-07-1969 blad 18
Wateroverlast
Maastrichtse Berenkuil 1969 (prent: Karel Kambier)
Alle beren
zwommen in het water: 1 augustus 1969. Over de zomer viel
dit jaar
niet te klagen, juli bracht temperaturen tot ver
boven de 30˚
C.
De maand
augustus presenteerde echter, meteen bij aankomst, aan Zuid
Limburg en
speciaal aan Maastricht een minder vriendelijk visitekaartje:
Noodweer met
95 mm regen in de Maastrichtse contreien.
Gevolg: Handenvol
werk voor de burgerij, maar vooral voor de mannen
van de Brandweer en
Openbare Werken. Ook de berenkuil werd
operatieterrein
van een
reddingsactie, want de beren dreigden in
hun ondergelopen
verblijf te
verdrinken. (bron:
Maastricht 1969)
Interview
met oud Brandweerman
De
Brandweer kreeg tegen de avond een melding dat, t.g.v. de
hevige
regenval de Berenkuil geheel vol water stond en dat
de
jonge beren dreigden te verdrinken.
Twee personen (J. Fievez
en
W. Gerardu) rukten meteen uit en ter plaatse aangekomen
bleek
dat de afvoerbuis, van het berenverblijf naar de nabij
gelegen Jeker, verstopt was en dat het water om deze reden
niet
weg kon lopen. Besloten werd om het water weg te pompen
m.b.v.
een draagbare motorspuit. De reeds aanwezige oppasser
van
de beren opende de poortjes met de mededeling: "Ga maar
naar
binnen, want die beren doen toch niks." Echter dat vonden
wij
toch wel wat te riskant. Omdat de zuigkorf van de zuigslang
te
dik was om tussen de tralies van de kooi te duwen, hebben wij
de
slang met zuigkorf voorzichtig door de gedeeltelijk geopende
poortjes
naar binnen gewerkt en voor alle zekerheid de poortjes
met
touwen weer gezekerd. De pomp had een opbrengst c.q. een
capaciteit
van 400 liter/minuut, dus het leegpompen van de kuil
vorderde
gestaag. Echter op gezette tijden raakten de gaten in
de
zuigkorf verstopt met bladeren, uitwerpselen en berenharen.
Dus
moesten bepaalde werkzaamheden, zoals het openen van de
poortjes,
slang met zuigkorf uit de kuil trekken, schoonmaken,
weer
naar binnen duwen, poortjes opnieuw zekeren, regelmatig
worden
herhaald, hetgeen de voortgang van het leegpompen niet
erg
bevorderde. Na de nodige uren pompen begon de pompuitlaat
rood
te kleuren en op dat moment was de waterstand dusdanig
ver
gezakt dat verdrinkingsgevaar voor de beren geweken was.
Wij
hadden de ons opgedragen klus weer eens met goed gevolg
geklaard
en konden dus met een voldaan gevoel terugkeren
naar
de kazerne Maastricht. (bron:
interview W. Gerardu - Wigo)
27-09-2008 © 2022
Wigo
Wateroverlast in
de Maastrichtse Berenkuil 01-08-1969
Berin Polla
en Cor, Jacky en Jo (bron:
boek Servé Minis )
Bron:
Nieuwsblad van het Noorden 02-08-1969 voorblad
Start
uitgraven nieuwe Berenkuil 31-10-1969 door Fa. L. Ravesteijn
naast de
bestaande kooi met links Max en rechts Polla (bron: RHCL)
Begin
werkzaamheden nieuwe Berenkuil,
zijwanden worden
gemetseld met beton-
blokken die
nadien bepleisterd
worden.
Rechts boven 'opzichter' beer Max
in de
open Berenkooi
19-11-1969 (bron: RHCL)
De
bouwwerkzaamheden aan de nieuwe berenkuil vorderen, links boven
de oude kooi met aanbouw.
Bron:
Limburgs Dagblad 19-02-1970 blad 21
Beer Max
houdt de nieuwbouw in de gaten.
Bron:
Limburgs Dagblad 19-02-1970 blad 21
Bron:
Limburgs Dagblad 19-02-1970 blad 21
Oud en nieuw
berenverblijf samen op een foto in het voorjaar 1970,
links het aangebouwde
lage gedeelte van de oude berenkooi en rechts
de in aanbouw
zijnde nieuwe ronde berenkuil met op de achtergrond
de tweede
Stadsomwalling uit ca. 1500 (bron: Giel Schelling)
Links het
hoge en lage gedeelte van de oude berenkooi en rechts de in
aanbouw zijnde nieuwe
ronde berenkuil met een tijdelijke getraliede
verbinding
tussen het lage gedeelte en de toekomstige nachtverblijven
van de
nieuwe berenkuil in het voorjaar 1970 (bron: Giel Schelling)
Bron: Limburgs Dagblad 04-05-1970 blz. 5
Uit de
notulen van
het Bestuur van de Stichting Dierenpark Maastricht
van de
vergadering van woensdag 8 juli 1970 blijkt dat: "Besloten
werd
dat de beren
voor 23 juli uit de nachtverblijven naar het dagverblijf
zullen
worden overgezet uitgezonderd Max. Over het al dan niet
over
zetten van
Max zal contact worden opgenomen met Artis te Amsterdam
en Ouwe
Hand's Dierentuin te Rhenen. Met de feestelijke opening wil
het
bestuur even
wachten en de opening verschuiven naar de maand september."
Bron: Limburgs Dagblad 25-07-1970 blz. 21
Berendrieling Jo, Cor en Jacky
(geboren 04-01-1968) zomer 1970
op het
hoogste punt van
de nieuwe Berenkuil (bron: Giel Schelling)
Berendrieling Jo, Cor en Jacky in
de nieuwe Berenkuil (bron: vpro)
Beren
op het kale plateau (prent: Jaques Voets)
VIDEO
Stoeipartij
Max en Polla in 1972 ( ©
Jan van
Hattum 2012)
Jo, Cor en Jacky
(geboren 04-01-1968) op het kale platform van de
nieuwe
'Berekoul' 06-09-1970 (bron: RHCL
prent: Widdershoven)
Logo
briefpapier 'Stichting Dierenpark' november 1970 (bron: RHCL)
'Vereeniging
Stadsverfraaing', opgericht op 12 april 1920, veranderd
in 1930 de naam
in 'Vereniging Dierenpark' en in oktober 1956 wordt
de naam
nogmaals veranderd in 'Stichting "Dierenpark"
Maastricht'
Plaatsen klimboom
Berenkuil (bron: RHCL prent: Widdershoven)
20 juli 1972
werd
het nog kale
betonnen plateau van de nieuwe berenkuil
met een klimboom
verfraaid. Dit kon gerealiseerd worden mede dankzij de
meewerking van
de Directie en medewerkers van de N.V.
ENCI Maastricht,
die
o.a. hulp boden bij het vervoer, de hijswerkzaamheden en het
plaatsen.
'Nuij Berekoul'
Aldenhofpark Maastricht maart 1974 (bron: RHCL)
Bron:
Limburgs Dagblad 01-07-1980 blad 11
Bron:
Limburgs Dagblad 05-11-1980 blad 17
Bron:
Limburgs Dagblad 19-01-1981 blad 6
Beer
tussen het vuilnis. Bron:
Limburgs Dagblad 17-03-1981 blad 1
Bron:
Limburgs Dagblad 17-03-1981 blad 1
Max en Polla
in de nieuwe Berenkuil vlak voor
hun vertrek naar de Zoo Zwartberg
in België
juni 1981 (bron: RHCL
prent: G. v. Grinsven)
Bron:
Limburgs Dagblad 26-06-1981 blad 13
Max en Polla
worden uit de Berenkuil getakeld voor
transport
naar hun
nieuwe
verblijf in 'Zoo Zwartberg' België op 06-07-1981 (bron:
RHCL)
Bron:
Limburgs Dagblad 17-10-1981 blad 13
Bron:
Limburgs Dagblad 27-04-1982 blad 15
Bron:
Limburgs Dagblad 03-02-1983 blad 19
Bron:
Limburgs Dagblad 14-04-1983 blad 19
Berin Polla
met jong in 'Zoo Zwartberg' 13-03-1983 (bron:
RHCL)
Beer Jo 1984 (bron:
Patricia Paulussen)
Een van de beren in het nieuwe
verblijf in 'Zoo Zwartberg'
te Genk ca. 1985 (bron: Bart Brebels)
www.laafsekikkers.be
Een van de beren in
'Zoo Zwartberg' in 1988 (bron: Breur Henket)
Zoo
Zwartberg, geopend in 1967, sloot de poort Paasmaandag
1998
Bron:
Limburgs Dagblad 03-12-1988 blad 15
Berendrieling Jo,
Cor en Jacky. in de heropende vernieuwde
Berenkuil op 17-04-1989
(bron: DDL prent: Paul Mellaart)
Beer Jo, heropening Berenkuil, 17-04-1989 (bron: RHCL)
Bron:
Limburgs Dagblad 19-05-1989 blad 15
Bron:
Nieuwsblad van het Noorden 19-05-1989 blad 1
Bron:
Limburgs Dagblad 03-08-1991 blad 13
Bron:
Limburgs Dagblad 24-03-1992 blad 11
Beer Jo
voorjaar 1992 (prent: Nelis Tutkey)
Bron: NRC Handelsblad 08-04-1992 blad 14
Jo
onderin de Berenkuil ca.
1993 (bron: DDL prent: Wil Nilwik)
Jo
eenzaam en alleen ca.
1993 (prent: ?)
Jo, de
laatste Maastrichtse beer, bovenop
het betonnen plateau van
het berenverblijf
30-04-1993 (bron: RHCL
prent: Widdershoven)
"Aan
het lijden van de 31-jarige bruine beer Jo uit de gemeentelijke berenkuil
in
Maastricht
komt binnenkort een eind. De kuil in het Oudenhofpark wordt
gesloten
en
de laatste bewoner gaat nog deze maand naar het Berenbos van het
Ouwehands
Dierenpark
in Rhenen. De Maastrichtse berenkuil, waarin ten behoeve van het
volks-
vermaak
70 jaar lang beren werden gehouden, was de laatste in ons land.
Het regende
al
jaren klachten over de huisvesting van Jo. De vereenzaamde beer
werd regelmatig
door
onverlaten bekogeld met stenen. De kuil waarin hij ooit met twee
andere beren
verbleef
was volledig verouderd". Bron en tekst: De Telegraaf 04-08-1993 blad
1
Bron:
NRC Handelsblad 04-08-1993 blad 3
Bron:
Limburgs Dagblad 05-08-1993 blad 13
Bron:
Limburgs Dagblad 05-08-1993 blad 15
Bron:
Limburgs Dagblad 21-08-1993 blad 10
Beer Jo vlak
voor zijn vertrek naar het Berenbos in Ouwehands
Dierenpark
te Rhenen op 25 augustus 1993 (bron: Gerlinde)
Bron: De Telegraaf 26-08-1993 blad T6
Bron:
Nederlands Dagblad 10-09-1993 blad 9
Bron:
Limburgs Dagblad 18-09-1993 blad 13
Bron:
Dagblad van het Noorden 11-04-1994 blad 5
Beer Jo knagend
aan een boom in zijn nieuwe verblijf
'het Berenbos'
in Rhenen, waar hij 17
februari 1996
op 28 jarige
leeftijd sterft (bron:
Berenbos Rhenen)
Met
het vertrek van beer Jo naar het Berenbos te Rhenen
op
25 augustus 1993 komt, mede door de inzet van o.a.
'Berenmoeder'
Rosalie Sprooten, eindelijk een eind aan het
verblijf
van bruine beren in de Maastrichtse Berenkuil.
Als
de laatste Maastrichtse beer Jo op 17 februari 1996
in
Rhenen sterft, eindigt het verhaal van de Maastrichtse
beren
dat in september 1920 begon met . . . Max en Pol !
05-05-2010 ©
2022 Wigo
De
Heerenkuil
De Heerenkuil
Een
Maastrichtse geschiedenis
Rosalie
Sprooten
EPILOOG
Hier
eindigt de correspondentie tussen het gemeentebestuur
en
circus Hagenbeck, voor zover die in het gemeentelijk archief
te
vinden is. In het Weekblad Limburg van 13 februari 1953 is te
lezen
dat er ooit een tweede aanbod door Hagenbeck is gedaan
maar
dat ook die berin niet werd geaccepteerd. Hagenbeck had
aan
die levering de voorwaarde verbonden dat 'bij een eventuele
blijde
gebeurtenis een verdeling zou plaats hebben'.
De
twee mannetjes hebben meer dan twintig jaar samen doorge-
bracht
in de oorspronkelijke kooi. Op 3 augustus 1940 berichtte
de
Limburger Koerier dat Max en Pol (hoe ze aan hun namen zijn
gekomen
is mij niet bekend) slachtoffers van de oorlog dreigden
te
worden vanwege voedselgebrek. Maar op 18 september stond er
te
lezen dat de bevolking van Maastricht heel spontaan gereageerd
had
op de aanstaande executie van het tweetal, door meer voedsel
dan
voorheen naar het park te brengen. In 1944 leed Pol aan een
pijnlijk
gezwel bij zijn achterlijf. Hij werd door een politieman
doodgeschoten.
Max heeft waarschijnlijk niet veel langer geleefd
want
op 30 october 1950 was er een 'feestelijke intocht voor de
nieuwe
beren'. Ze werden geleverd door Klants dierentuin uit
Valkenburg.
Dertig jaar later dan verwacht was er eindelijk een
berin.
Met het oog op nakomelingen was een tweede kooi aan de
eerste
bevestigd. Op 5 januari 1953 werden twee beertjes geboren.
Een
had een ernstige rugwond en overleed spoedig na de geboorte.
Op
12 januari overleed ook de andere. In 1967 werd weer een jong
geboren
maar ook dit kon niet in leven worden gehouden.
De
op 4 januari 1968 geboren drieling zou uiteindelijk vele jaren
samen
met Max en Polla, de nieuwe berenkuil bevolken. Onder druk
van
de veranderde maatschappelijke opvattingen over het welzijn
van
dieren in gevangenschap, kwam er in augustus 1993 definitief
een
einde aan de Maastrichtse berengeschiedenis.
Maastricht
17 april 2000, Rosalie Sprooten
Rosalie
Sprooten
Ambassadeur,
boerendochter,
schrijfster, dichtster, oprichtster
van de
stichting 'Dier in Nood'. In
Maastricht en omstreken vooral
bekend als 'de
Berenmoeder'.
Veertien jaar lang zette Rosalie zich
in om aan de dieronterende situatie van
Beren in de
Maastrichtse
Berenkuil een
einde te maken. En ....... zij slaagde
daarin, Chapeau !
Bron en meer
info: Dierenbescherming Limburg: www.dierinzicht.nl
Nieuwe
bestemming van de Berenkuil
Niet
lang na de leegstand van de Berenkuil t.g.v. het vertrek van
beer Jo naar het Berenbos te Rhenen
op
25 augustus 1993 komt
men
in Maastricht al snel met de vraag: "Wat te doen met de
lege
kale
betonnen bak ? Afbreken ? Herbevolken met wasberen ?
Ergo
wat wordt de nieuwe bestemming of functie van de Berenkuil
?"
Maastrichtse
burgers konden en mochten wensen en ideeën kenbaar
maken
en na een proces van jarenlang durende politieke discussies
en
verwikkelingen werd uiteindelijk gekozen voor het kunstwerk:
'De
Halfautomatische Troostmachine' van Michel Huisman.
De Halfautomatische Troostmachine
De nieuwe
invulling c.q. functie van het Maastrichtse Berenverblijf
de "Halfautomatische
Troostmachine" van Michel Huisman
(foto: Jan van Tol)
www.mestreech.eu/Kunst
Het
kunstwerk ’de Halfautomatische Troostmachine’ van Michel
Huisman
’bevolkt’
sinds oktober 2001 de Berenkuil in het Stadspark te Maastricht.
Het
kunstwerk bestaat uit 15 geverfde bronzen beelden in en rondom
de
voormalige Berenkuil. De
mechanisch aangedreven centrale beeldengroep
bestaat uit
een vrouw die een dode giraffe aait. In de droge gracht rondom
het centrale
plateau bevinden zich 12 beelden van uitgestorven diersoorten:
de Reuzen Alk, de Palestijnse
Kikker, de
Grote Ivoorsnavel, de Quagga Zebra,
de
Caribische Monniksrob, de Lachuil, de Rozekop Eend, de
Olijfgroene Ibis,
de Blauwbok,
de Trekduif, de Tasmaanse Buidelwolf en de Rode Colobusaap.
Op afstand zit
beer Jo, de laatste bewoner van de berenkuil, op een bankje.
Relevant, poëtisch,
ontroerend ! ?
Beer Jo
(beeld van Michel Huisman) de
laatste
bewoner van de berenkuil
op een bankje
nabij
de Berenkuil
(foto: Jan van Tol)
Een
impressie van de nieuwe bestemming c.q. de huidige invulling
van de Maastrichtse
Berenkuil gezien door de lens van Jan van Tol.
Regelmatig
wordt de troostende vrouw van andere kleren voorzien.
Nieuwe
bestemming Berenkuil Maastricht (foto: Jan van Tol)
Nieuwe
bestemming Berenkuil Maastricht (foto: Jan van Tol)
Herremenie
"Um Te Jenke" bij
de ceremoniële kledingwisseling van
de
troostende vrouw in de Berenkuil 5 juni 2006 (foto: Jan van Tol)
"Halfautomatische
troostmachine" Berekoul (foto: Jan van Tol)
"Halfautomatische
troostmachine" Berekoul (foto: Jan van Tol)
"Halfautomatische
troostmachine" Berekoul (foto: Jan van Tol)
"Halfautomatische
troostmachine" Berekoul (foto: Jan van Tol)
"Halfautomatische
troostmachine" Berekoul (foto: Jan van Tol)
Voor meer
fotowerk van Jan van Tol zie: www.FoToL.nl
Geschiedenis
Berenkuil vastgelegd in boek
Een
dode giraffe, een vrouw die naast hem zit en hem troostend aait,
tenminste,
als
iemand haar aanzwengelt. Daaromheen
twaalf uitgestorven
diersoorten
en op een afstandje Beer Jo, die vanaf een bankje stilzwijgend
het
tafereel bekijkt. Het
is het uit 15 geverfde
bronzen beelden bestaande
kunstwerk
“De
Halfautomatische Troostmachine van Maastricht”
van
Michel Huisman, dat sinds eind oktober
2001 in
en rond
de Berenkuil in
het Stadspark van Maastricht is te zien.
Nu,
ongeveer een half jaar later, is ook het gelijknamige boek over
het
met
(politieke) discussie
omringde kunstwerk verschenen. Schrijver en
Maastrichtse
Kunsthistoricus Servé Minis, geeft in zijn boek niet alleen
de ontstaansgeschiedenis
van de Berenkuil weer, de
verblijfplaats van
de beren Max en Polla en hun drie
berenkinderen. Maar ook het verhaal
over
het ontwerp en de feitelijke totstandkoming van het kunstwerk:
Het gieten van de
bronzen
beelden
en het uitdenken van het ingenieuze
mechanisme waarmee de arm
van de troostende vrouw
in beweging wordt
gezet. En uiteraard zijn ook de politieke
verwikkelingen, die een aantal
jaren
speelden, niet vergeten in het boek. Het toenmalige Maastrichts
Stadsbestuur
en de raad waren
namelijk andere meningen toegedaan
over
het te ontwerpen
kunstwerk in de voormalige Maastrichtse Berenkuil.
Het
eerste exemplaar van het 240 pagina’s tellende boek
“De
Halfautomatische Troostmachine van
Maastricht”
is afgelopen vrijdag door kunstenaar
Huisman
aangeboden aan de
afscheid
nemende
wethouder Veronica Dirksen van Welzijn en Sport.
Zij was vanaf
1996 vanuit het Stadsbestuur
betrokken bij de tot
stand
koming van het kunstwerk, dat met
zijn educatieve karakter
de jeugd
ervan bewust moet maken dat de mens zorgvuldig
moet omgaan met
de natuur. Het
boek dat €
10,= kost is vanaf afgelopen zaterdag
verkrijgbaar
in de verschillende Maastrichtse
boekhandels.
Gemeente
Maastricht, 17 april 2002
Beeldjes gestolen uit de
Berenkuil
Wegens vandalisme zijn de ontbrekende
beelden in reparatie (foto: ?)
In
het Maastrichtse Aldenhofpark is in de Berenkuil (die zo heet
omdat er een
tiental
jaren geleden nog een beer leefde) een kunstwerk van
Michel Huisman te
zien, dat
de toeschouwer herinnert aan het uitsterven van dieren.
Vanaf de installatie
in het
najaar
van 2001 is het kunstwerk regelmatig doelwit geweest van vandalen.
Maar
nog niet
eerder was
de schade zo groot als die werd aangericht in de nacht van 4 op
5
juli 2005
toen enkele
beeldjes (de plaats is hier niet zichtbaar op deze foto) werden
gestolen en een losgewrikte
uil in de schoot van de "troosteres" werd gelegd, die
boven-
dien
van haar jurk
werd ontdaan. De beelden worden hersteld, respectievelijk
vervangen.
Bron: www.ipernity.com
Beeldjes weg uit de
Berenkuil
Berenkuil
Stadspark Maastricht (foto: Rob Oostwegel)
Uit de
Berenkuil in het Stadspark van Maastricht zijn zeven beelden verdwenen,
te weten: de
Reuzen Alk, de Palestijnse Kikker, de Lachuil, de Rozekop Eend,
de
Olijfgroene Ibis, de Trekduif en de Tasmaanse Buidelwolf.
Buiten de
giraffe met het meisje stonden er twaalf beelden van
uitgestorven dieren.
De maker van
het kunstwerk, Michel Huisman, is goed ziek van de vermissing.
De Gemeente
Maastricht kon geen duidelijkheid verschaffen over de
verdwijning.
Bron: De Limburger 11-02-2011
Bronsdiefstal
in parken Maastricht
Acht
objecten buit gemaakt.
De verdwenen
beelden uit de Berenkuil in het Stadspark en de plaquette bij
de buste van
burgemeester Van Oppen in het Waldeckpark zijn gestolen.
Dat
bevestigde een woordvoerster van de gemeente Maastricht
gisteren.
Alle
objecten zijn van brons. Uit de Berenkuil zijn zeven van de
twaalf beelden
van
uitgestorven dieren ontvreemd. De gemeente doet aangifte bij de
politie.
Bron: De Limburger
12-02-2011
Nieuws uit
Maastricht
Niet alleen de "buste" van oud
burgemeester van Oppen werd
afgelopen
week gestolen. Naast de plaquette die vermist word in
het park aan
het
Tongerseplein, zijn er ook zeven van de twaalf beelden uit
de Berenkuil
in
het park aan de overkant gestolen. Wie er voor deze daad
verantwoordelijk
is dat
blijft een grote vraag. De gemeente heeft aangifte gedaan bij de
Politie.
Mensen
die iets verdachts hebben gezien of die weten waar de beelden
zijn
kunnen
zich melden bij de Politie Limburg-Zuid (Tel. 0900- 8844).
De
berenkuil was al eerder doelwit van vandalisme.
Bron: Nieuws uit Maastricht
12-02-2011
www.maastricht.nieuws.nl
Boekpresentatie
Stadspark Maastricht
Tijdens
de presentatie van het boek Stadspark Maastricht welk
donderdag
8
november 2012 ten doop werd gehouden in boekhandel Selexyz
Dominicanen
werd
het aanwezige publiek getrakteerd op een onvervalst mini
vertelfestival
middels
de verhalen en anekdotes die Jan Janssen en Rob Meurders te
berde brachten.
Voor
meer informatie zie: www.maastrichtaktueel.nl
Onthulling
van een bijna 100 jarig geheim
Tegen
het einde van de boekpresentatie 'Stadspark Maastricht' ging aan
de zijkant van de
derde
rij stoelen plots een oudere dame rechtop staan. Zij wilde ook
nog iets toevoegen aan
de
toespraken en vertelsels. Echter meteen werd zij uitgenodigd om
naar voren te komen en
achter
het spreekgestoelte plaats te nemen. Daar maakte zij zich bekend
als de dochter van
Emile
van Oppen, de wethouder die in 1919 contacten legde met circusdirecteur
Hagenbeck.
Wat
was het geval ? Wethouder van Oppen liep al langer met het idee
rond om wilde dieren
in
het stadspark te huisvesten en hierover had hij graag het advies
van Wilhelm Hagenbeck.
Hagenbeck
adviseerde om bruine beren aan te schaffen, om reden dat bekend
was dat deze
dieren
zich ook in gevangenschap goed konden voortplanten en dat jonge
beren zeer gewild
waren.
Zodoende zouden de bruine beren zichzelf binnen afzienbare tijd
terug verdienen.
De
wethouder wist met dit advies andere bestuurders van de gemeente
snel te overtuigen om
reden
dat de toch hoge aanschafkosten voor twee beren van Fl. 1350,=
dan 'kosten neutraal'
werden.
De gemeenteraad ging accoord en twee bruine beren werden bij
Hagenbeck besteld.
Wat
echter niemand wist en/of zou of kon vermoeden was de
achterliggende gedachte van- en
'de
geheime afspraak' die wethouder van Oppen met directeur Wilhelm
Hagenbeck zou maken.
De
dochter van Emile vertelde dat er thuis wel eens over het een en
ander gesproken werd en
ook
dat haar vader nogal preuts was. Wat hij absoluut niet wilde was
dat Maastrichtse jeugd
in
het openbare stadspark kon zien hoe het 'liefdesspel' van beren
verliep. Daarom bestelde
hij
ook geen koppel beren maar twee beren van hetzelfde geslacht, te
weten twee mannetjes.
Deze
onthulling sloeg bij de aanwezigen in als een bom, hilariteit,
gelach en een luid applaus !
Wat
als dit alles, bijna 100 jaar geleden, bij anderen bekend was
geweest ?
Geen
langdurige procedures en geen advocaten die werk hadden ?
Geen
krantenartikelen en geen mooie liedjes van het volk die wij nu
hebben ?
Geen
stukje onvervalste 'geheime' Maastrichtse geschiedenis ?
En
dus ook geen verhaal om achteraf eens hartelijk om te kunnen
lachen ?
Geachte
mevrouw, dochter van Emile van Oppen, hartelijk dank voor uw
aanwezigheid bij de
boekpresentatie,
uw openhartigheid, uw verhaal en .... voor uw prachtige
onthulling. Chapeau !!!
10-11-2012 ©
2022 Wigo
Zie
ook het artikel van Jan Janssen op: www.maastricht.dichtbij.nl
Bron: De Limburger 09-11-2012
Ingezonden
bericht van Marcel Hofman 28-12-2013
De berenkuil en de verzorging van de
beren
Met veel belangstelling heb ik het lange artikel
‘De beer is los’ gelezen. Het is
overduidelijk dat achter dit artikel iemand
staat die buitengewoon veel op heeft met de
(bruine) beer. Behalve dat ik beer (in het
Maastrichts dialect) met bier associeerde, had
ik geen idee dat
er al zo’n lange geschiedenis bestond tussen
Maastricht en de ’berenkuil’. Opmerkelijk te
lezen dat het in den beginne een commercieel
doel moest dienen, maar nog meer opmerkelijk dat
Maastricht telkens weer nieuwe beren aanschafte.
Terwijl in feite al heel vroeg ook een zekere
weerzin bestond tegen het houden van beren in
zo’n beeronvriendelijk onderkomen.
Het park eigenlijk als een gratis openlucht
circus. Je moet er maar op komen.
Maar ja, als je het op de keper beschouwt,
zonder de berenkuil in het park was er ook nooit
een boek over verschenen. Ik heb er in elk geval
veel van opgestoken.
Overigens een buitengewoon mooi en tevens
aangrijpend verhaal over de geschiedenis van
de beren in Maastricht. Ik wist niet beter dan
dat Max en Polla en hun drie nakomelingen
de enige beren in Maastricht zijn geweest. Toen
ik verhaal over Polla III las kreeg ik even een
brok in de keel. Dat ze nog zo lang heeft
geleefd en zelfs ook nog een jong ter wereld
heeft gebracht, ronduit verbluffend. Zij moet
beresterk zijn geweest.
Wat de verzorging van de beren betreft het
volgende. Mijn vader heeft de vijf beren in de
berenkuil jarenlang verzorgd. Dat was eind jaren
’60 tot begin jaren ’70, dus ook tijdens de
werkzaamheden van de stalen kooi naar het
betonnen blok en toen in augustus 1969 de
berenkuil vol water stond. De oppasser, die
tegen de brandweerlieden zei 'Ga maar naar
binnen, want die beren doen toch niks ', moet
mijn vader zijn geweest. Dankzij het artikel
’Interview met oud Brandweerman’ kom ik dit
nu, ruim 40 jaar later, pas te weten.
Hoe wonderbaarlijk dingen soms kunnen verlopen !
Mijn vader verzorgde de beren al een jaar of
twee, toen hij zich opeens bedacht moet hebben
dat ik destijds wel oud genoeg was om hem een
handje mee te kunnen helpen.
Menigmaal moest ik mee, dat was toen de betonnen
constructie net klaar was.
De drie jonge beertjes waren er toen al. Maar
ook in die betonnen constructie waren de (nacht)
verblijven alles behalve riant te noemen, vooral
waar Max verbleef.
Hij was dan ook afgezonderd in een beestachtig
onderkomen. Kijkend met je rug naar de walmuur
gekeerd, lag het onderkomen van Max aan je
linkerzijde.
De tijd dat Max in de oude kooi zonder enige
bescherming aan de elementen van het weer werd
blootgesteld, verzorgde mijn vader de beren
zonder mijn hulp. Als ik het goed inschat heb ik
mijn vader meegeholpen van begin ’70 tot medio
’72. Meestal heel erg vroeg in de ochtend. Vooral
als het stevig gevroren had en er ook nog een
flink pak sneeuw lag, waren Max, Polla en de
berendrieling Cor, Jacky en Jo niet te benijden.
Noem mij desnoods sentimenteel maar ik vond het
toen al tien keer niets dat deze dieren onder
die omstandigheden moesten leven. Bij de beren
af kun je wel zeggen. Het
enige voordeel van die betonnen constructie was
dat je bij het schoonmaken minder werk had.
Het was trouwens nog een hachelijke bedoening om
die kooien schoon te spuiten. Aan de achterzijde
van de kuil kon je, via een buitengewoon smal
stalen trapje, naar beneden klimmen waarbij je
rug naar de nachtkooien was gekeerd. Je hoorde
en voelde het warme hijgen van de beren in je
nek. Het was allemaal zo nauw bemeten dat je
echt goed over je schouders moest kijken of niet
toch een beer met zijn forse klauwen aan je kon
komen. De afstand tussen mijn rug en een
eventueel ver uitgestrekte berenklauw was nog
geen
5 cm
.
Vooral Max had er een klauwtje van mij op deze
manier de stuipen op het lijf te jagen.
Vervolgens was het de kunst om de beer naar
buiten te krijgen. Meestal was dit niet zo
moeilijk want je gooide een handvol appels en
daar lustten ze wel pap van. Zodra de beer
buiten was lieten we het hek zakken en konden we
aan het schoonmaken beginnen.
De uitwerpselen in het onderkomen werden
opgeschept en in een emmer naar boven gehesen.
Vervolgens de spuit erop en klaar was kees. Als
de betonnen blokkendozen weer schoon waren
gespoten, in de winter moest je maar hopen dat
de leidingen niet waren vastgevroren, dan legden
we nog wat fruit en brood in de hoeken van het
hok en van mijn zakgeld kocht ik zelf walnoten
of iets dergelijks als extra verwennerij. Nadat
wij de drinkbakken met vers water hadden gevuld
en zodra wij weer in veiligheid waren, trokken
we de poort open.
Bij de andere beer Polla en haar drie kleintjes
gingen we precies zo te werk.
Ik heb het altijd betreurd waarom de goegemeente
niet kritischer was en de gemeente niet iets
meer geld over had om in de kooien zelf af en
toe wat verse balen stro te laten leggen.
Mijn vader heeft dit werk, daarbij vaak door mij
geholpen, bijna vier jaar gedaan.
De twee oudste beren Max en Polla waren in
zekere zin aan ons beiden gehecht.
Ze hoefden onze stem maar te horen of ze gingen
recht op hun achterste poten staan.
Duidelijk was dat er wel wat aan die vreselijke
oude stalen kooi gedaan moest worden, het werd
uiteindelijk dus een betonnen rotondeachtige
constructie. Wat overigens geenszins betekende
dat het voor de vijf beren, zoals een krant
destijds schreef, ’een riant
onderkomen’ was. Weliswaar al ietsjes beter
dat die stalen kooi constructie, maar ook die
betonnen constructie ervoer ik als een kille
intrieste bedoening. Aanvankelijk leek het
allemaal nog wel te gaan, maar de oudste beer
Max verdroeg zich nog altijd niet met de drie
jonge beertjes en bleef dus, net als voorheen in
het oude verblijf, in afzondering van de andere
beren. Mede daardoor werd het noodzakelijk om
drie keer per dag ervoor te zorgen dat
afwisselend Polla met drieling en dan weer Max
alleen naar buiten konden. Omdat mijn vader dit
te bewerkelijk vond, hij had ook nog andere
verplichtingen, gaf hij er de brui aan.
Als ik mij niet vergis werkte mijn vader voor de
vereniging van het dierenpark, het was een
bijbaantje voor twee à drie uur per dag. Een
iemand leverde bijna dagelijks het voedsel aan
dat door de plaatselijke middenstand werd
aangeboden. Grappig detail, soms zaten er nog
appels bij die ook nog voor menselijke
consumptie geschikt waren. En als extraatje voor
de Kerst gaf de vereniging mijn vader altijd
gevogelte mee. Hoe dat precies in zijn werk ging
weet ik echter niet meer. Eerlijkheidshalve moet
worden gezegd, dat de plaatselijke middenstand
altijd erg gul is geweest met het geven van
voedsel voor de beren, de herten
en alle andere dieren van het park en ja, soms
zelfs ook voor de verzorgers ! Altijd was een
voorraad voer aanwezig dat in een mergelgang
binnen een van de bogen van de stadswallen werd
opgeslagen. Zeg maar tegenover zorgcentrum
Molenhof, dat er toen nog niet lag.
Daar tussenin lag de onstuimige Jeker. Onstuimig
omdat die daar door twee sluisdeuren
werd tegengehouden om vervolgens achter die
deuren met veel kabaal verder te spuiten.
Misschien kunnen jullie zelf nog nagaan wie het
voedseldepot, waar mijn vader destijds de
sleutel van had, in een van de ruimtes onder de
stadsbogen beheerde. Wellicht komen jullie er op
die manier achter wie het stokje van mijn vader
heeft overgenomen. Wat ik er zo nu en dan van
vernam, is het de beren nooit beter vergaan. En
ik ben dan ook blij dat Maastricht uiteindelijk
helemaal van het voornemen is afgestapt ooit nog
beren te willen houden.
Tot slot wil ik nog opmerken dat ik het ergens
heb over bijna 40 jaar geleden, maar in feite is
het al ruim 40 jaar geleden dat ik mijn vader
hielp bij verzorgen van Max, Polla en de
drieling. Aangezien ik 35 jaar geleden van
Maastricht naar Amsterdam ben verhuisd, ben ik
de beren in de berenkuil beetje bij beetje uit
het oog verloren. Misschien maar goed ook
want ik zou het met de aanblik van beer Jo, zo
eenzaam in die betonnen kolos, zeer moeilijk
hebben gehad. Blij ben ik ook voor beer Jo dat
hij uiteindelijk toch nog de laatste jaren van
zijn leven in een veel meer beervriendelijke
omgeving heeft kunnen slijten !
Marcel
Hofman, 28 december 2013
©
2022
Maastrichtse Gevelstenen
met een Beer
Gevelsteen
met Beer Jodenstraat 1 Maastricht,
geplaatst
boven een reeds aanwezig chronogram met tekst:
"ChrIsto
aUspICe DoMUs reCens eXstrUItUr"
(bron: ?)
Jarenlang
was in de Jodenstraat bierbrouwerij 'DE BEER' van de
gebroeders
Rutten gevestigd. In de
Jodenstraat 1 vinden we een
gevelsteen
met een geketende beer zonder
onderschrift.
Deze
gevelsteen werd
geplaatst
boven een reeds aanwezig chronogram:
"ChrIsto
aUspICe DoMUs reCens eXstrUItUr"
(onder
bescherming van Christus wordt dit huis nieuw opgebouwd)
Na
1881 was op deze plek een andere gemuilkorfde beer te zien,
staande tegen een boomstam (zie
hieronder) met het
geschilderde
onderschrift
'IN DEN BEER'. Deze was afkomstig van
het vroegere
logement
"De Beer" in de Rechtstraat 25, dat afgebroken werd
bij
de
doorbraak van "de Percee" in 1881. Op
een archieffoto is te zien
dat deze
beer tegen de gevel was
opgehangen door middel
van haken.
Het
was dus eigenlijk geen gevelsteen, maar -gezien en gelet op
de
ophangconstructie- een los beeld.
Wanneer deze
beer verdwenen is,
is niet bekend.
Begin 20ste eeuw was hij er in ieder geval nog.
Hij zou in
het bezit gekomen zijn van Dhr. Jules Schaepkens van
Riemst,
die in zijn tijd meerdere monumentale
onderdelen van huizen
heeft weten te redden. Volgens een andere
lezing is het beeld of
uithangbord bij
een verbouwing beschadigd en/of was zodanig
verrot
(dit zou er op kunnen
wijzen dat
er sprake was van een origineel
houten uithangbord) dat het
vervolgens door de aannemer of
werklieden van Openbare Werken afgevoerd werd naar het
vuilstort.
Bron tekst:
www.members.home.nl
Archieffoto
'gevelsteen'
met Beer Jodenstraat 1 Maastricht
met het
geschilderde onderschrift 'IN DEN BEER'.
Deze was afkomstig
van het
vroegere logement
"De Beer"
in de Rechtstraat 25 te Maastricht
(bron: RHCL)
Gevelsteen
met Beer Jodenstraat 1 Maastricht (bron: RHCL)
Gevelsteen Beer Aldenhofpark 1 Maastricht
(bron: Breur Henket)
Rond 1960 gemaakt door
Beeldhouwer Jef Courtens
(*Maastricht 12-08-1923
† Maastricht 16-05-2009)
Gevelsteen 'Beer
in landschap' Tongersestraat 2 Maastricht
geplaatst 2005
(bron:
www.gevelstenen.net/maastricht )
Maastrichtse
liedjes over de Beren
Men
zegt wel eens: 'In Maastricht gaat men zingend door het leven.'
Misschien
zit er toch wel een kern van waarheid in, want er zijn bijna
geen
onderwerpen te bedenken die niet bezongen zijn. Er hoeft maar
het
minste te gebeuren en de liedjes zijn al klaar. In de loop der
jaren
hebben
de bewoners (sters) een onvoorstelbare schat aan teksten bij
elkaar
weten te schrijven. Onbewust, en waarschijnlijk onwetend, is er
hierdoor
dus ook een belangrijke bijdrage geleverd aan het vastleggen
van
'de historie vaan Mestreech'. Ook de wetenswaardigheden van- en
over
de Berenkuil zijn beschreven en bezongen. Hieronder de teksten
van
enkele bekende 'Berenliedjes'. Deze zijn aangeleverd- en onlangs
opnieuw
ingezongen door Tiny Feij, waarvoor onze bijzondere
dank.
Voor
zover als bekend worden ook de belangrijkste feiten vermeld.
Hagenbeck dee kaom
ins kieke
Teks:
?
Meziek: ?
Zaank: Tiny Feij
Hagenbeck
dee kaom ins kieke
wie
't oetzaog in de stad.
En
heer zag: "'t Waor get veur de rieke,
es
me hijj ins bere zat."
En
ze kochten e hiel klein kuijke,
gojekoup
meh toch hiel fien.
En
noe goon veer zóndags mèt eus snake
nao
de belastingbere zien.
Goon
veer op eus klómpe,
goon
veer door de Kómpe,
goon
veer nao de bere touw en zègke:
"Nóndesjouw
! Wat zien dat veur 'n dinger,
ze
biete diech in d'n vinger !
Dat
is weer 'ne slummen trek
vaan
Circus Hagenbeck."
Waarschijnlijk
is dit liedje uit 1919 of 1920, dus uit
het
begin
van de Maastrichtse 'Berengeschiedenis'.
Harie
Loontjens kreeg dit liedje in de zestiger jaren
van
juffrouw
Cornelissen, die bij het archief werkte.
De Bere zien gestik
Teks:
?
Meziek: ?
Zaank: Tiny Feij
De
bere zien gestik,
De
bere zien gestik,
Ze
höbbe eus belastingbreve ingeslik.
De
bere zien gestik,
De
bere zien gestik,
Ze
höbbe eus belastingbreve ingeslik.
Waarschijnlijk
een liedje uit 1920 .
Volgens Fons Tuinstra
(1897-1971)
waren de Beren aangeschaft
als publieke
vermakelijkheid
zónder vermakelijkheidsbelasting.
De
mensen hadden het door en zongen spontaan dit lied.
De
Gemeinteraod
Teks:
?
Meziek: ?
De
gemeinteraod is gek,
De
gemeinteraod is gek,
'r
Heet ziech laote bezeike
vaan
deen Hagebeck.
De
gemeinteraod is gek,
De
gemeinteraod is gek,
'r
Heet ziech laote bezeike
vaan
deen Hagebeck.
Waarschijnlijk
ook een liedje uit 1920
toen men het forse
bedrag
van Fl. 1350,= voor 2 mannetjes beren had betaald.
Vermoedelijk
is de wijs dezelfde als 'De Bere zien gestik'.
Echter
zeker is dit niet, dus wordt het ook niet gezongen.
De
noedkreet vaan Max en Pol
Teks:
?
Meziek: wijs 'Lilli Marleen'
Zaank: Tiny Feij
Höb
geer 't geleze vaan Max en Pol ?
Die
goon ze noe verkoupe, 't is neet veur de lol.
En
de gemeinte is zier kontent,
noe
krijg ze weer eine sjoene sent.
Dat
is veur Max en Pol.
Dat
is veur Max en Pol.
Toen
ze 't hun vertelde lete ze 'n traon.
Iech
höb 't wel gewete,
meh
doch neet mie dao aon.
En
euze Pol heet geprotesteerd.
Heer
zag: "Zien veer noe niks mie weerd ?"
Let
op Max en Pol.
Let
op Max en Pol.
Max
begós te kriete: "Doot es ei plezeer.
Laot
us nog get blieve, v'r loupe mer op en neer.
Es
geer get verkoupe wèlt, verkoup daan de brök.
Want
de bere krijg geer noets mie trök."
Deen
erreme Max en Pol.
Deen
erreme Max en Pol.
Nao
viefentwintig jaore trouwen deens.
Kinne
ze 't neet mie kroppe op d'n distribusiedeens.
Dat
neume ze ei sjoen Mestreech.
Meh
de berekouw die kump zoe leeg.
Deen
erreme Max en Pol.
Deen
erreme Max en Pol.
Veer
mote mer ei beroop doen op de ganse stad.
Die
höbbe vaan us kunste 't plezeer gehad.
Mestreechteneers
laot us neet allein.
V'r
sterreve vaan de
sjagrein.
Deen
erreme Max en Pol.
Deen
erreme Max en Pol.
Dit
liedje kan een reactie zijn op het artikel in de
'Limburger
Koerier' van 03-08-1944, echter hier is geen
bewijs
van. Er wordt gesproken van ' d'n distribusiedeens'
vermoedelijk de voedseldistributie in de
oorlogsjaren.
Vanaf 11 oktober 1939 was de suiker op de bon,
in
januari 1940 ook de erwten en de rest na 10 mei
1940.
Achter
in 't hertekamp
Teks:
Lam Daenen
Meziek: wijs 'Lilli Marleen'
Zaank: Tiny Feij
Achter
in ’t hertekamp,
in de berekouw
Woenden
’ns twie beerkes,
veer
hoopde maan en vrouw
Ze
leefde hiel röstig, gans tevreij
Meh
d’r kaome gein, klein beerkes beij
’t
Waore Max en Pol
’t
Waore Max en Pol
Goonge
v’r soms wandele,
saam mèt Peer en Meer
Zatte
veer us altied,
beij Max en Pol get neer
Rösde
get oet dao op ’n baank
Genote
vaan de berestaank
Vaan
euze Max en Pol
Vaan
euze Max en Pol
De
teije woorte slechter,
Mestreech
dat woort bezat
De
bere woorte awwer,
zoe mager wie ’n lat
Ze
gaove daan ouch al gauw de geis
Mestreech
aot toen teij berevleis
Vaan
euze Max en Pol
Vaan
euze Max en Pol
De
Amerikane kaome,
de rös die kierde trök
Mestreech
zaot zoonder bere,
zès
jaor wel aon e stök
Veer
hoopde op ’n berevrouw
En
beij häör in de berekouw
’ne
Nuie Max of Pol
’ne
Nuie Max of Pol
De
mood woord opgegeve,
de berekouw bleef leeg
Toen
kaom beij us ’ne sirrek,
vaan
eine oet Mestreech
Heer
sjoonk us stad e berepaar
Noe
wachte veer op d’n oojevaar
Beij
Polleke en Max
Beij
Polleke en Max
Dit
liedje van Lam Daenen op de wijs van 'Lilli Marleen' is
waarschijnlijk
van na de tweede wereldoorlog, ca. 1946.
Maastrichts gedicht over Beer Max
Max
es Kraomhier
In ’t Park, in de berekow
doog me de kraomkamer gaw tow …
Pa Max, dee dat veur leef moos numme,
stoond, oondaanks boontjas, in z’n humme !
Want wie z’n vrouw dreij beerkes baarde,
toen woord Max droetgelist en staarde
naor ’t hek, wat mer geslote bleef
en heer zaot boete, wie ‘nen deef !
De kraomhier sjlòfde vlokenteer
z’n traanjelekow op en neer
en wie de wiesvrouw dao kaom pòtse
toen hoort ze h’m in zichzelf mòtse:
Dat is veur miech beslis ’n lès,
Es ze nog mie beerkes wèlle …. Bès !
Meh iech zeen hun nog neet mie haange,
Daan kinne ze ziech e beerke vaange !
B.E. 1993 ?
Alertis
Stichting
voor Beer- en Natuurbescherming
De
natuurlijke leefomgeving van de beer is aan het verdwijnen en
verschillende populaties wilde beren worden
met uitsterven bedreigd.
In Europa
leven naar schatting nog ongeveer 52.400 beren in het
wild.
Deze beren
zijn verdeeld in een aantal zogenaamde sub-populaties.
Slechts een
paar landen weten precies hoeveel beren ze hebben.
Vooral met
de beren in het Noordelijk deel van Oost-Europa en de
Karpaten
gaat het goed. Maar ook daar kunnen kleinere groepen beren,
die geïsoleerd
van grote groepen leven, bedreigd raken in hun voorbestaan.
Ook worden over de
hele wereld beren mishandeld en misbruikt
door
mensen, veelal voor vermaak. Alertis zet zich in voor
de bescherming van
de beer en zijn
leefgebied. Een van de
bekendste projecten van Alertis
is
Het
Berenbos in Ouwehands
Dierenpark Rhenen Alertis
werkt verder
aan projecten in landen als Bulgarije, Russische
Verre Oosten,
Kroatië,
Slowakije, Georgië en India. Voor meer informatie zie: www.alertis.nl
Berenbos in
Ouwehands Dierenpark Rhenen (bron: Alertis)
Europese
bruine beren in
Ouwehands Dierenpark (bron: Alertis)
Bruine Beren
De bruine
beer (Ursus arctos) ( Klasse:
Zoogdieren - Orde: Roofdieren)
is slechts een van de
vele beersoorten en stamt af van de Etruskische
beer (Ursus
etruscus). Deze beer
leefde gedurende het vroege Pleistocene
tijdperk (ca. 2,5
miljoen jaar geleden). Vanuit
Europa trokken deze beren
richting Azië en Noord-Amerika. Er
is bewijs dat de ijsbeer,
de bruine
beer en de zwarte beer
allemaal afstammen van de
Etruskische beer.
Bruine beren leven in diverse
soorten gebieden van Alaska, Canada, Azië
en Europa in uitgestrekte
beboste, dun
bevolkte, bergachtige gebieden
en toendra's. In Europa komen nog
ongeveer
52.400 bruine
beren in het
wild voor. Ze leven in verschillende
gebieden zoals o.a.
in: Scandinavië,
Noordelijk
Oost Europa, het Dinara-Pinos gebergte, de
Apennijnen,
de Alpen, de Balkan, de Karpaten, de Pyreneeën en in
Cantabrië.
De vacht van
de bruine beer kan verschillend van kleur zijn en varieert
per beer
van licht crème tot zwart. Het uiteinde van de lange haren is
vaak blond. Karakteristiek
voor de bruine beer zijn de lange nagels aan
zijn voorpoten.
De bruine
beer eet voornamelijk plantaardig voedsel, zoals
bijvoorbeeld:
wortels en
knollen, grassen,
zaden, noten,
insecten, vis en
kleine zoogdieren. In sommige
gebieden jaagt de bruine beer
ook op grote
hoefdieren, zoals elanden, rendieren,
reeën, damherten en
edelherten.
Bruine beren
gaan gedurende circa 5-7 maanden in winterrust. Afhankelijk
van de breedtegraad
waar ze wonen zoeken ze hiervoor een bewuste plek op,
in een hol of tussen de
rotsen. De
bruine beer is een solitair dier. Hij leeft
veelal alleen, met
uitzondering
van het vrouwtje dat haar jongen bij zich houdt.
Op plaatsen
waar er voedsel in
overvloed is, komen beren vaak bij elkaar.
Tot
de bruine beer behoren de ondersoorten:
Europese bruine beer,
Kodiakbeer,
Grizzlybeer
en Siberische beer.
In Het
Berenbos in Rhenen wonen alleen Europese bruine beren.
Enkele
wetenswaardigheden en gegevens van bruine beren zijn:
Man:
lengte: 210 - 300 cm, hoogte: 90 - 150 cm
Vrouw:
lengte: 170 - 240 cm, hoogte: 70 - 120 cm
Gewicht:
150 - 400 kg (de grootste ondersoort van de Ursus arctos,
de
Kodiakbeer, kan zelfs 700 kg worden)
Leeftijd:
ca. 40 jaar in gevangenschap en 25 - 30 jaar in de vrije natuur
Geslachtsrijp:
Man vanaf 4 - 5 jaar Vrouw vanaf 3 - 3,5 jaar
Paartijd:
mei
- augustus
Draagtijd:
6 - 9 maanden Aantal jongen: 1 tot 4
Aantal
worpen: ongeveer 1 maal per 2 jaar
Geboortegewicht:
300 - 500 gr Zoogtijd:
2 - 2,5 jaar
Alertis
onderscheidt acht soorten beren (klik op de soort voor meer
info):
Bruine
beer (Ursus
arctos)
Brilbeer
(Tremarctos ornatus)
Kraagbeer
(Ursus thibetanus)
Amerikaanse
zwarte beer
(Ursus americanus)
Maleise
beer (Helarctos
malayanus)
Lippenbeer
(Ursus ursinus)
IJsbeer
(Ursus maritimus)
Reuzenpanda
(Ailuropoda melanoleuca)
Korte
film van bruine beren met commentaar.
Beren in hun
natuurlijke omgeving
De Beer is los !
Kunsttour
2007 Maastricht
'Bearable
love'
Deze foto is
een uitsnede van een werk van www.marcelwitte.com
en
was
tevens het campagnebeeld van de in 2007 gehouden
tentoonstelling:
De
Beer is Los !
www.debeerislos.blogspot.nl
Zigeuners van de
Cauberg
Op
hoog plateau aan heuvelrand,
van
't golvend Limburgs schoon.
Daar
staat in 't oude Valkenland,
een wilde dierentroon.
Uniek
in heel ons vaderland,
ligt op de Cauberg kruin.
De
mooiste schepping van de heer Klant:
Modernste dierentuin.
Hier
leeft het dier in de natuur,
verzorgd door vakman's hand.
Hier
ziet men staaltjes van dressuur,
als nergens in het land.
Film
'Zigeuners van de Cauberg'
Film
van L1 over 'Klant's Zoo en Dressuurschool'
en
de oude meesters van de roofdierendressuur.
Het
gevaarlijkste beroep ter wereld !
Op de
Cauberg bij Valkenburg, waar nu Thermae 2000 is gevestigd,
stonden
van 1947 tot
1971 Erie Klant's dierentuin 'Klant's Zoo' en zijn
dompteurschool.
De laatst
overgebleven leerlingen van Klant's dompteur opleiding
worden gevolgd
bij het
trainen en verzorgen van dieren op het oefenterrein van Tineke
Michon
in Dortmund
(Duitsland) en een bezoek aan het Noorder
Dierenpark Emmen.
Aan de orde
komen: De internationale bekendheid van Klant's
dompteuropleiding,
Klant's
eerlijkheid en zakelijke mentaliteit, Het verschil tussen de
dresseur en de
dompteur, De
heersende angst voor reizende circusartiesten,
De gouden tijden
voor
circussen: De jaren '50 en '60, Het meewerken aan diverse
bekende films,
De bijna
fatale aanval door verschillende leeuwen op dompteur Jean Michon,
De soorten
dieren die oud-dompteur Jos Uyterlinde gedresseerd heeft, Dat de
laatste
leerling van Klant, dompteur Henk Luycx, ondanks
zijn leeftijd behoefte
heeft aan
serieuzer werk, De dood in het harnas van dompteur Gaston Bosman
* .
Interviews
hierover met: Roel en Appie de Vries: dresseurs en broers,
Jean Michon:
dompteur, Tineke Michon: dompteur en dochter van Jean,
Henk Luycx:
dompteur
'de salondompteur' en Jos Uyterlinde: dompteur.
Filmfragmenten
waarin dieren van Klant meespeelden zoals o.a.:
'Quo
Vadis',
'Eeuwig
zingen de bossen', 'Samson and Delilah', 'Das Indische Grabmal',
'Der Tiger
von Eschnapur', 'Born free' en 'Paka, die Polarbärin'
(Snowbear).
Oud zwart/wit
archiefmateriaal van: Erie Klant's voorstellingen, dierentuin en
dompteurschool
en Erie in de kooi met tijgers, Jos Uyterlinde die een kruisboog
gebruikt en
een bizon berijdt en zijn Mongoolse nummer met paarden en
kamelen,
Jean Michon
met verschillende roofdieren en Henk Luycx tijdens een
tijgeract.
Tijd voor Toen
Film van L1 'Tijd voor Toen' over Klant's Zoo Valkenburg.
Ooit een opleiding tot dompteur of oppasser in een dierentuin
overwogen ?
Maar uiteindelijk toch voor iets anders gekozen ?
In 1957 bestonden dierentuin en dressuuropleiding van Erie
Klant-Hagenbeck
precies 10 jaar. Om hun baas op zijn jubileumfeest te verrassen,
lieten Klant's
medewerkers in het geheim een film maken. Vier seizoenen lang
werd het dagelijks
leven rond Klant's Zoo, annex dompteurschool gevolgd. Aangevuld
met beelden van
de opleiding haalt Klant's dochter Sonja herinneringen op
uit haar jeugdjaren.
Zie:
Film Klant's Zoo Valkenburg 1957
Neem een kijkje achter de schermen van Klant's dressuurschool in
Valkenburg.
Wat is er
allemaal nodig om dompteur te worden ? We zien dompteuse Berta
Prechtl
in de dressuurschool oefenen met leeuwen en tijgers onder het
toeziend oog van de
leraar-dompteur Erie Klant en optreden in het circus onder
haar artiestennaam Miss Bellita.
Zie:
Schule für Mensch und Tier, oftewel:
School voor mens en dier
Bron:
Leeuwarder Courant 01-10-1949
Bron:
Limburgsch Dagblad 19-05-1951 blad 2
Bron:
Limburgsch Dagblad 22-02-1952 blad 1
Bron:
Limburgsch Dagblad 25-11-1952 blad 2
Bron:
Leeuwarder Courant 12-02-1953 blad 3
Bron:
Limburgsch Dadblad 26-03-1955 blad 15
Bron: De Telegraaf 07-11-1958 blad 2
Zo
verraste ik de familie Hagenbeck zaterdagavond in Maastricht.
Van
links naar rechts Willy Hagenbeck, mevrouw Hagenbeck en Erie
Klant.
Zie
het eerste verhaal over de Nederlander die directeur wordt van
een
groot
Duits circus. Bron: De Telegraaf 15-12-1958 blad 2
Bron:
De Telegraaf 15-12-1958 blad 2
Bron:
Nieuwsblad van het Noorden 16-12-1958 blad 5
Bron:
Leeuwarder Courant 18-12-1958 blad 11
Bron:
Limburgs Dagblad 26-06-1968 blad 25
Bron:
Limburgs Dagblad 23-01-1990 blad 11
Bron:
Kijk op Valkenburg maart 2011 blad 27 en 29
Bron:
Limburg Plus maart-april 2013 blad 42 en 43
Zooparcs
Info over het ontstaan van het Stadspark zie: www.zooparcs.nl
Kijk voor meer info ook eens op de Site's van:
www.alertis.nl
www.freewebs.com
www.kleurplaten-voor-kids.nl
www.ouwehand.nl
www.rosaliesprooten.nl
www.Stadspark
Maastricht
www.vriendenvanhetberenbos.nl
De
webmaster van www.wigosite.nl
is niet
verantwoordelijk
voor de inhoud van externe websites.
Kijk ook eens
op de andere pagina's van Wigo:
Met dank aan
eenieder voor de bijdragen in de vorm van informatie,
foto's en afbeeldingen